[Special] Geesteskind van Amsterdams wielerdier II

Bram (Chiel-Montagne)
Eind februari is met de Belgische semi-klassieker de Omloop het Nieuwsblad het klassieke voorjaar van deze wielerjaargang in gang geschoten. Voor FOK!sport de hoogste tijd om de meest in het oog springende koersen van deze lente onder de loep te nemen. Na de kasseien van Parijs - Roubaix wacht het peloton deze zondag weer flink wat draai- en keerwerk in het Limburgse heuvellandschap. Dan staat namelijk Nederlands enige klassieker met internationale allure op het programma: de Amstel Gold Race.

Deel II

Herman de l’Amstel (Herman Krott) was erg tevreden met het feit dat hij Stab (Jean Stablinski) als eerste op het palmares van de Gold Race kon bijschrijven. Een mooie erelijst was immers zijn grote streven. Al was het maar omdat dat net wat meer prestige zou geven aan zijn geesteskind. Krott kreeg zijn zin, want het jaar daarop zou Arie den Hartog zich tot de eerste Nederlandse winnaar van de Amstel Gold Race kronen. En in 1973 was hij helemaal in zijn nopjes, want toen mocht hij zelfs Eddy Merckx bijschrijven op de erelijst. Het was gelijk ook een van de meeste memorabele edities. “De grootste slijtageslag van alle Amstel Gold Races. Hoe Eddy tekeer ging: niet normaal! Hij reed zijn tegenstanders een voor een los. En dat bij een temperatuur van net boven het vriespunt”, aldus Krott.


Eddy Merckx, in '73 en '75 winnaar van de Gold Race

De achtste editie, op zaterdag 7 april 1973, speelde zich namelijk af in beestenweer. Stortregens, striemende hagelbuien en een barre wind maken de strijd onmenselijk zwaar. Krott overwoog zelfs de koers te annuleren, maar wedstrijdleider Bram Koopmans wil daar niets van weten. Voor Hennie Kuiper, het jaar voordien olympisch kampioen geworden, het sein om het spel te starten met een demarrage op de Sibbergrubbe. Als Zoetemelk vervolgens op de Keutenberg bij zijn landgenoot aansluit, weet Merckx dat hij niet langer mag wachten. De ontketende Belg rijdt op indrukwekkende wijze naar de Nederlanders toe op wat Krott nog altijd bestempelt als de grootste krachttoer uit de geschiedenis van de Amstel Gold Race.

Vervolgens zou Mercxk het duo met een vernietigende tempoversnelling het nakijken geven, om vervolgens solo en totaal verkleumd te finishen. “Ik herinner me van die dag vooral dat ik erg blij was dat het voorbij was. Het was zo verschrikkelijk koud. Mijn tenen waren compleet bevroren. In die tijd hadden we nog geen schoenovertrekjes”, zegt Merckx. Na de Kannibaal bereiken slechts 27 dapperen de finish.

Na Merckx, die in ’75 nogmaals zou toeslaan, fleurden Knetemann (’74) en Freddy Maertens (’76) het palmares van de Limburgse klassieker verder op. Daarna brak het tijdperk van Jan Raas aan. De Zeeuw, die gezegend was met enorme kracht - zijn turbodijen - en vooral veel tactisch vernuft, wist de Nederlandse toprace vervolgens namelijk viermaal op rij te winnen: in ’77, ’78, ’79 en ’80.


Jan Raas, hier in de regenboogtrui, won maar liefst vijf maal de Amstel Gold Race

De Amstel Gold Race was Raas, volgens zijn oud-ploegleider Post, dan ook op het lijf geschreven: “Jan was een echte machtssprinter. Met die kwaliteit kon hij al die klimmetjes perfect aan. Het was steeds een grote sprint bergop.” De bebrilde turbo had bovendien enorm veel eerzucht in zijn donder. Post:“Hij kon zich onvoorstelbaar focussen op een koers. Dan wist je ’s morgens al: dat is kassa! Dat deed hij bij de Gold Race, dat deed hij bij de Ronde van Vlaanderen. Ik ben ervan overtuigd dat hij ook de Waalse Pijl of Luik-Bastenaken-Luik had kunnen winnen. Maar daarvoor was hij niet gemotiveerd. ‘Dit is niet mijn wedstrijd’, zei hij dan.”

Door de alleenheerschappij van Raas werd de Amstel Gold Race door het journaille al snel omgedoopt tot de Amstel Gold Raas. Tot ergernis van Krott: ”Ik was helemaal niet gelukkig met Raas. Door hem kreeg de Gold Race het imago van een klein Hollands wedstrijdje.” Het kwam hem dan ook goed uit dat wereldkampioen Bernard Hinault in 1981 met een imposante spurt een kortstondig einde maakte aan de hegemonie van de Zeeuw.


Bernard Hinault maakte in '81 een kortstondig einde aan de zegereeks van Raas

En dat terwijl de vijfvoudig Tour de France-winnaar eigenlijk totaal geen zin had om te starten. De Breton had vanwege de slechte weersomstandigheden namelijk liever in eigen land de Ronde van de Tarn gereden, maar werd door Krott aan zijn contract gehouden. De kopman van Renault leverde nog wel het startschot van de Tarn, reisde daarna linea recta met vier ploegmakkers en zonder reservemateriaal en begeleiders naar Limburg (al werd hij hier wel bijgestaan door een materiaalwagen van de organisatie) en stapte apathisch op de fiets. Zes uur later draaide hij iedereen, Raas incluis, een enorme loer. “Hij heeft ons allemaal rijles gegeven. Bemoeide zich de hele dag nergens mee, zette zich op een kilometer voor de finish op kop en niemand kwam er meer overheen. Nee, ook Jan niet”, aldus Kuiper.

De editie van ’81 werd verreden in snertdikke mist. Op een bepaald moment in koers is het zich zo slecht, dat Krott overweegt om de race stil te leggen. Na druk overleggen met de patrons Raas en Roger de Vlaeminck wordt besloten om ‘en groupe’ naar de finish te rijden en pas in de finale de koers weer vrij te geven. Zodoende eindigt de Amstel Gold Race voor de eerste maal in een massaspurt. Voor de Das het sein om de gashendel eens vol in te trappen. “Vijf kilometer voor het bereiken van Meerssen dacht ik, als ik attaqueer op een kilometer van de meet en met de grote versnelling het tempo steeds opvoer, houdt niemand je uit de eerste vijf. Dus greep ik mijn kans toen ik het bordje van de laatste kilometer ontwaarde. Pats en ik was vertrokken", zei Hinault over zijn laatste meters in 1981. Met een superlange krachtinspanning zette Hinault vervolgens ’s werelds beste sprinters publiekelijk voor schut.

Raas was not amused met de surprise van Hinault. Illustratief daarvoor is deze anekdote van Krott: “Raas stond zich na de finish te douchen en ik zei: Jan, ik vind het zielig voor jou, maar ben blij dat Hinault vandaag heeft gewonnen. Het volgende moment vloog er een stuk zeep langs mijn hoofd.” De bebrilde coureur zou echter niet lang bij de pakken neer zitten, want in 1982 was het ‘gewoon’ weer raak. Krott: ”Stapt-ie onder de douche vandaan en zegt met een grijns tegen me: daar was ik weer.”


Damiano Cunego, de winnaar van vorig jaar

Limburgs Mooiste heeft, ondanks haar jeugdige leeftijd, dan al een aardig palmares opgebouwd. Toch wordt er, vooral in het buitenland, nogal met enig dedain gesproken over de Gold Race. Zo wordt de koers in België nog wel eens laatdunkend als ‘poenevenement van een biermagneet’ neergezet. De oorsprong van deze term ligt hem in het feit dat de van meet af aan sterke bezetting van de Limburgse klassieker een doorn in het oog was van rivaliserende Belgische organisatoren, veelal kranten met een eigen koers.

Een ander probleem waar Krotts koers mee te maken had, was de prille leeftijd. De leeftijd van een wielerklassieker bepaalt immers voor een groot gedeelte de uitstraling. Alleen daarom al zal de Amstel Gold Race monumenten als Luik - Bastenaken - Luik (1892), Parijs - Roubaix (1896), Milaan - Sanremo (1907) en de Ronde van Vlaanderen (1913) nooit evenaren.

De Amsterdamse organisator heeft het wel geprobeerd, maar tegen leeftijd valt niet op te boksen. “Vroeger zeiden ze op vergaderingen: 'Maar wij zijn vijftig jaar ouder.' Dan dacht ik altijd: kunnen we daar nu over ophouden, jullie hoeven niet bang te zijn, inhalen zullen we jullie toch nooit. De Amstel Gold Race zal nooit de naam krijgen van Parijs - Roubaix, ik heb het altijd gezegd. Dat kan toch ook niet? Feyenoord - Ajax zal altijd dé wedstrijd zijn. Maar dat wil toch niet zeggen dat Zwolle - Feyenoord niet leuk kan worden?”

Om er in ieder geval zorg voor te dragen dat de koers ‘leuk’ bleef, zocht Krott tijdens zijn bijna dertigjarige bewind steeds op zoek naar uitdagende parkoersen. Zo koos hij er in ’71 voor om de race zwaarder en selectiever te maken door de Zuid-Limburgse heuvels op te nemen in het parcours. Sindsdien zijn scherprechters als de Eyserbosweg, de Keutenberg en de Cauberg niet meer weg te denken. Op de Cauberg, de steile ‘wielerberg’, is sinds 2003 zelfs de finish getrokken. Maar daar was niet de peetvader van de Gold Race, maar diens opvolger Leo van Vliet (die in ’95 het stokje overnam) verantwoordelijk voor. Desondanks is de naam van mister Amstel niet helemaal verdwenen. De meest aanvalslustigste coureur krijgt namelijk de Herman Krott-bokaal.


Draaien en keren in het Limburgse heuvellandschap

Het werk van Krott heeft in ieder geval zijn vruchten afgeworpen. Hoewel de criticasters de Gold Race dan misschien geen echte klassieker vinden, wordt deze opvatting niet gedeeld in het peloton. ”Vroeger was de Amstel Gold Race niet zo belangrijk, maar nu is het ongetwijfeld een van de mooiste en belangrijkste koersen van het jaar. Parijs – Roubaix en de Ronde van Vlaanderen hebben misschien meer traditie, maar dat zegt niet alles. De kasseienkoersen trekken de laatste jaren bijna uitsluitend specialisten. Dan vind ik het deelnemersveld van de Gold Race een stuk completer”, aldus Merckx.

Het zal Krott deugd doen dat de klassieker kan wedijveren met Parijs – Roubaix en de Ronde van Vlaanderen. Zijn droom lijkt daarmee eindelijk écht gerealiseerd.

Klik hier voor Deel I