Sporthistorie: De sprong van Bob Beamon

Maurice (Maurisico)
Op 18 oktober 1968 sprong Bob Beamon naar een legendarisch record van 8.90. Dit record, dat erg lang in de boeken bleef, heeft altijd het verhaal rondom Beamon bepaald. Veel minder bekend is dat de gouden sprong van Beamon op die 18e oktober van veel glans werd ontdaan door de gebeurtenissen rondom de Amerikaanse sprinters Tommie Smith en John Carlos waarover we eerder berichtten.

Alle zwarte atleten die die dag een medaille wonnen gingen zwaar in protest tegen de schorsing die Smith en Carlos werden opgelegd. Het ontlokte Beamon de uitspraak: "ledereen moet kunnen zien, dat Amerika een ziek land is”

De Amerikaanse sprinters Tommie Smith en John Carlos verlieten op 18 oktober het Olympisch dorp, nadat zij door het Amerikaanse Olympische Comité waren geschorst. De schorsing volgde op de moeilijkheden die waren ontstaan doordat Smith en Carlos tijdens de ceremonie protocollair van de 200 meter, waarop zij goud en brons wonnen, een demonstratie voor de “black power" beweging hielden.

Later op die dag stelde het Amerikaanse Olympische Comité Carlos en Smith een ultimatum. Binnen 48 uur dienden de atleten Mexico te verlaten. De leiding van de Amerikaanse ploeg betuigde in een communiqué haar spijt over het gebeuren en bood het Internationaal Olympisch Comité, het Mexicaanse organisatiecomité en de inwoners van Mexico excuses aan voor „het misplaatste gedrag" van Smith en Carlos.

Korte tijd na de beslissing van het Amerikaanse Olympische comité, kwamen de zwarte Amerikaanse atleten in spoedberaad bijeen in het Olympische dorp. Velen toonden zich geschokt door de schorsing van Smith en Carlos. Een van de roeiers, Cleve Levingiston, zei: "We hebben altijd gedacht, dat er in de Verenigde Staten vrijheid van meningsuiting was, maar dit is onderdrukking"

Veel atleten kondigden na de maatregelen van het Amerikaanse NOC aan dat zij bij het behalen van een medaille ook ten gunste van de „black-power" beweging zouden demonstreren, terwijl sommige atleten zelfs het voornemen hadden het Olympische dorp onmiddellijk te verlaten.

Op diezelfde dag kwamen een aantal zwarte atleten nog in actie in het Olympisch stadion. De verspringers Ralph Boston (brons) en Bob Beamon (goud) hielden woord en voegden zich bij de medaille uitreiking de „Black Power"-demonstranten.

Op het erepodium verscheen Boston blootsvoets en trok Beamon zijn broekspijpen zover omhoog, dat zijn zwarte kousen zichtbaar werden. Boston: "Ik stond op blote voelen op het platform omdat ik wilde protesteren tegen het naar huis zenden van Tommie Smith en John Carlos". Hij voegde er strijdlustig aan toe: "Ze zullen mij ook naar huis moeten sturen als zij consequent willen blijven".

Boston was verder nooit betrokken bij de Black power-beweging. "Ik was het alleen niet eens met de beslissing van het comité", zei hij. Bob Beamon was nog stelliger in zijn commentaar: "Iedereen moet kunnen zien dat Amerika een ziek land is".

Beamon en Boston waren niet de enige zwarte atleten die subtiel protesteerden tegen het wegsturen van Smith en Carlos. De drie medaillewinnaars op de 400 meter Evans, James en Freeman, droegen tijdens de ceremonie een zwarte baret. Eén van dé kenmerken van de Black power-beweging. Op de vraag van journalisten waarom zij die baretten droegen waren de drie duidelijk,
“tegen de regen" beweerden de drie.

Het Amerikaanse Olympische comité trad verder niet op tegen de protesten. Kennelijk was de zwarte kleding een te subtiel protest om op te treden. Daarnaast is het voorstelbaar dat de Amerikaanse bestuurders niet nóg meer onrust wilden veroorzaken binnen hun eigen ploeg.