10 jaar geleden: De Elfstedentocht van 1997

Maurice (Maurisico)
Vandaag is het precies tien jaar geleden dat de laatste Elfstedentocht is verreden. De “roep” om een nieuwe tocht wordt steeds luider. Maar gezien de huidige weersomstandigheden lijkt een nieuwe Elfstedentocht verder weg dan ooit. Om het heimwee naar natuurijs wat te stillen, kijkt FOK!sport terug op de tocht van ’97.

De omstandigheden in 1997
De Elfstedentocht draait uit op een helse slijtageslag. Eén dode toerrijder, 30 tot 35 gewonden die met gebroken heupen, been-, schouder- en kaakfracturen en zelfs een grotendeels afgeschaafde neus voor langere tijd in ziekenhuizen worden opgenomen. Daarnaast zijn er nog vele honderden licht gewonden die na eerste hulp weer naar huis konden. Zeker 5000 van de 16372 rijders moeten opgeven.

In het commandocentrum van de GGD in de Leeuwarder brandweerkazerne heerst een crisissfeer. Ambulances rijden op en aan over de smalle wegen op het Friese platteland. Brancards en dekens moeten worden aangesleept om mensen van het ijs te halen. In de loop van de avond raakt zelfs het verband op.

"De dag was fantastisch, maar zóveel gewonden alleen al 20 in de Friese ziekenhuizen en nog eens 10 tot 15 slachtoffers die naar elders vervoerd zijn dat is toch wel heel erg veel", verzucht chirurg J.A. Zijlstra, werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden-Zuid. "Het gewondencijfer ligt vele keren hoger dan bij voorgaande Elfstedentochten."

Een 57-jarige man uit Oss sterft in de buurt van Wijnaldum op het ijs. Hij vindt de dood als gevolg van een hartinfarct door grote spanning en felle kou. Hij wordt gevonden door Elfstedenrijders. Het is voor het eerst sinds 1947 dat er in de Elfstedentocht een dodelijk slachtoffer valt te betreuren.

De wedstrijd in 1997
In Leeuwarden vertrekken om 05.30 uur 301 wedstrijdrijders. Na een sprint van 1900 meter is Patrick Snijders als eerste bij het ijs. De Fin Paalasma heeft zijn schaatsen het snelst aan.

Op de donkere ijsvlakte vliegt Henk Angenent met 'mijnwerker' Fausto de Marreiros voorop richting Balk. "Fausto had een lamp op zijn hoofd. Een mooi richtpunt voor Henk van Benthem en mij. Achter ons reden nog vier anderen. Op het Slotermeer werden wij naar links gestuurd, de rest ging de andere kant op. Door de sterke rugwind waren zij zo uit zicht. Even raakte ik in paniek, ik zag De Marreiros niet meer. Ik wist, dat ik naar rechts moest en draaide die kant op. Tussen het riet brandde een lampje. Fausto! Plotseling reed ik weer tussen Kramer en Kleine. Zo ramden wij door en vielen er steeds meer af."

Uit de schemering duiken Angenent, Hulzebosch, Verduin, Henk van Benthem, Kleine, Stam, de gebroeders Ruitenberg, Hagen, Van Meggelen, Jan Bakker en Yep Kramer op. Voor Workum kunnen de overige wedstrijdrijders de eindzege vergeten.

In Franeker haakt de uitgeputte Edward Hagen als eerste af. Een onderschatte aanval van Henk van Benthem op De Ried betekende het einde van de gebroeders Ruitenberg en de aan zijn ribben geblesseerde Yep Kramer.

Angenent: "Ik zag Verduin reageren. Even heb ik gewacht. Toen ben ik er zelf naartoe gesprongen. Kleine ging mee, de groep werd meer en meer uitgedund. Op weg naar Dokkum keek ik om mij heen. Wij waren nog met zijn zessen. Normaal win ik het van deze groep, dacht ik. Waarom dan vandaag niet?"

Met de wind tegen en de wind in de rug probeert Bert Verduin voor en na Dokkum alleen weg te komen. Beide keren wordt de Nederlands kampioen op natuurijs teruggepakt. Na de tweede doorkomst in Bartlehiem probeert Piet Kleine meerdere malen te ontsnappen. Zeven keer versnelt de 45-jarige Kleine, maar Angenent houdt de groep bijeen.

”Het is gek, maar het kostte mij weinig moeite om steeds die gaten dicht te rijden. Op de Bonkevaart ging Verduin ook nog eens van ver aan. Ideaal. In de sprint trok Hulzebosch zich een paar keer aan mij op. Dat gebeurt gewoon, ik voelde aan hem dat hij het opgaf. Op de finish werd ik bedolven, ik herinner mij alleen de dikke zoen van staatssecretaris Terpstra, een fantastisch mens. Opeens stond ik met mijn schaatsen op straat. Toen vond ik de drukte genoeg en heb ze rustig uitgetrokken. Mijn schaatsen zijn mij dierbaar."

Het stempeldrama
Piet Kleine verliest zijn vijfde plaats doordat hij in Hindeloopen een stempel mist. De beslissing van de wedstrijdleiding roept de nodige discussie op. Er wordt -zo blijkt later- vaker snel en daarom “slordig” gestempeld.

Jan Eise Kromkamp die als zeventiende over de finish kwam, kan in Franeker zijn stempelkaart niet vinden en laat daarom het verplichte stempel van Franeker, Dokkum en Leeuwarden op de mouw van zijn schaatspak plaatsen. "Mijn vrouw heeft opdracht gekregen het pak naast de wasmachine te laten liggen, omdat het wellicht nog als bewijsmateriaal moet dienen," zegt hij.

Erik Hulzebosch, kan maar vier stempels op zijn kaart ontdekken. "De rest stond op de mouw van mijn pak, doordat de stempelaars missloegen".

Piet Kleine wordt al snel overstelpt met sympathiebetuigingen uit het hele land. Een bejaarde schaatsliefhebber komt hem het Elfstedenkruisje brengen dat hij zelf in 1942 heeft veroverd. "Als iemand een kruisje verdient, dan ben jij het," zei hij. "Daarom mag je die van mij hebben."

"Piet is het slachtoffer geworden van de televisie-uitzending," zegt zijn echtgenote Janny. "Er is ons al verteld dat de eerste dertig wedstrijdrijders allemaal stempels misten door de chaotische toestanden bij de stempelposten. Maar de kaarten worden niet gecontroleerd. De beslissing zal wel nooit meer worden teruggedraaid. Jammer, Piet had beter verdiend."

Het bestuur van de Vereniging De Friesche Elfsteden lijkt zwaar met de kwestie-Kleine in de maag te zitten. Wedstrijdleider Gerrit van den Ham verklaart: "De beslissing was onvermijdelijk, omdat overduidelijk is gebleken wat er in Hindeloopen gebeurd is."

”Er wordt een commissie ingesteld, die de stempelkaarten van de wedstrijdrijders gaat controleren, maar deze commissie zal absoluut geen schaatspakken of handschoenen met stempels bij de controle betrekken. We zullen ons daarna beraden of er iets veranderd moet worden aan het systeem van de stempelposten."

Inmiddels is de discussie over stempelkaarten weer springlevend. Veel experts vragen zich af of stempelen nog wel van deze tijd is. Het bestuur van de Vereniging De Friesche Elfsteden wil ook in 2007 het stempelen echter in ere houden.