[Column] Ik besef ineens...

Da_Sandman
Iedere week geven onze columnisten Bjoro en Da_Sandman om en om hun kijk op de voetbalwereld.
Deze week is het woord weer aan Da_Sandman die, in het twaalfde deel van een serie columns, antwoord geeft op de vraag van Bjoro: jij komt uit een betaald voetballoze provincie. Is dat een groot gemis?

Met nog 5 minuten spelen interesseert niemand zich meer voor de stand. O ja, we staan achter, maar vertel eens wat nieuws. Er rennen nog steeds 21 mannen over het veld. Twintig spelers en een scheidsrechter. Dat betekent dat er twee mannen van het veld gestuurd zijn. Het zal allemaal wel, niets van meegekregen. Er wordt een aanval afgeslagen, maar het lijkt alsof het beter is dat er een einde wordt gemaakt aan deze marteling voor de spelers. Ruim 4.000 mensen op de tribune hebben geen oog voor het primaire waar voor ze kwamen. De spelers kabbelen nog wat voort, het besef lijkt ook bij hen te zijn gekomen.

Met nog 4 minuten te spelen interesseert niemand zich meer voor de stand. We zullen wel achter staan. Links staat een man genoegzaam aan zijn sigaret te zuigen en kijkt glazig naar het scorebord. Ik betwijfel of hij wel weet hoe veel het staat. Rechts staart een gepensioneerde man onverstoorbaar naar de reservebank. Ik meen de man te herkennen, maar van wat weet ik eigenlijk niet. Opeens kijkt hij weg van de bank, en kijkt naar mij, alsof hij heeft gezien dat ik hem aankeek. Hij glimlacht even. Waar ken ik de man toch van?

Nog drie minuten. Als ik een jongeman van ergens in de 20 moet geloven staan we achter, maar dat ligt aan die homo in het zwart. Achter me zeuren twee vrouwen over de kou. Ik voel het niet. Hun mannen kijken eens geïrriteerd op en besluiten wijselijk de vrouwen te negeren. Tumult op het veld, er wordt wat geduwd en wat aan elkaar getrokken. Echt spectaculair is het niet. Toch volgt er een rode kaart. De jongeman van ergens in de twintig weet het nu zeker, de man is een vriend van Van Swieten.

Twee minuten zijn de spelers verwijderd van het einde. De reservespelers zijn alvast gaan staan. 0-3 staat het inmiddels. Toch heerst er een aparte, uitgelaten sfeer. De rokende man steekt nog een sigaret op, inmiddels niet meer naar het scorebord kijkend. De gepensioneerde man zegt wat tegen zijn buurman en ze moeten lachen. De twee vrouwen moeten de grap ook gehoord hebben, want ze lachen hardop mee. Ik besef ineens dat ik het hier gezellig vind.

De voorlaatste minuut gaat in. De scheidsrechter heeft dat ook gezien en kijkt ongeduldig op zijn horloge. De overtreding in de 16-meter ontgaat hem dan ook. Ach, wat maakt het nog uit. Zelfs de jongeman komt niet verder dan wat gemompel in zichzelf. Het wordt onrustig op de knusse tribunes. Het is voelbaar dat er iets staat te gebeuren. De gepensioneerde man die drie minuten geleden nog zo onverstoorbaar stond te staren draait onrustig op zijn plek. Hij vraagt een sigaret aan mijn linkerbuurman. Geen probleem.

Officieel zijn er 90 minuten gespeeld. Ik kan me niet aan de indruk ontrekken dat de scheidsrechter spoedig zal affluiten. Voor de vorm wordt er nog afgetrapt na de 0-4. Twintig seconden later fluit de scheidsrechter voor de allerlaatste keer. Het is nu echt over. Om mij heen wordt er spontaan geapplaudisseerd. De spelers lopen richting onze staantribune. Fotografen volgen de spelers. De shirts gaan uit en worden over de hekken gegooid. Ik wurm me naar voren om een shirt te bemachtigen. Naast mij krijgt de gepensioneerde man een shirt. Voor je kleinkind, zegt de speler. De man is zichtbaar geëmotioneerd. Hij is niet de enige. Volwassen mannen kijken beduusd voor zich uit. De twee vrouwen snappen dat dit niet het moment is hun mond open te doen. Het is me niet gelukt een shirt te bemachtigen. Ik kijk rond me heen en neem alles in me op. De eersten maken zich op om naar huis te gaan. De spelers kijken nog een keer naar het veld en besluiten dan ook naar de catacomben te gaan. Verstokte fans heffen nog een keer een krijgslied aan. “Kom Op Vlissingen, Kom Op Vlissingen!” Dan zegt ook mijn vader tegen mij dat we gaan. Nog een keer kijk ik om me heen. Ik zie het veld, het uitvak, de hoofdtribune. Ik ruik de frietkraam en de sigarettenlucht. Ik besef ineens dat het hier gezellig was. Ik weet ook weer waar ik de gepensioneerde man van ken. Hij stond daar altijd.

Jaren later ben ik op een carnavalsdisco eens een jongen tegen het lijf gelopen die op dat feest zich gehuld had in een rood-wit shirt van VCV/Zeeland. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik heb er 200 gulden voor geboden. Hij wilde het niet geven. Hij had het van zijn overleden opa gehad…

De Bondscoach heeft een groep bekend gemaakt van 33 spelers. Wie zouden er volgens jou moeten afvallen Bjoro ?