Riis: ''Armstrong blijft een klasse apart''

Bjarne Riis, de ploegleider van CSC, denkt dat Lance Armstrong morgen de te kloppen man is in de eerste rit door de Alpen. De Texaan zelf beklom vandaag alvast een berg.

Volgens Riis, die gisteren met Jens Voigt de gele trui veroverde, is morgen al veel duidelijk over wie deze Tour kan winnen: ”In Courchevel zullen we al veel weten, al staat één feit als een paal boven water: Armstrong blijft een klasse sterker.” De kopman van zijn ploeg, Ivan Basso, staat momenteel zevende in de stand, op 1.26 van Armstrong. Volgens Riis moet de Italiaan het morgen doen: ”Ik probeer de dinsdagrit in het hoofd van Basso te prenten, maar Armstrong is een klasse apart. Als de echte cols eraan komen wordt het een ander paar mouwen, dan zullen weinigen in staat zijn hem te volgen.”

Armstrong was zich alvast goed aan het voorbereiden op de rit van morgen, getuige de woorden van één van zijn ploegleiders, Dirk Demol: ”Armstrong is met de ploeg om elf uur op de fiets gekropen, voor een uur of twee. Ze hebben ook nog een berg beklommen om de spieren wat onder spanning te brengen. Daarna aten ze, kregen ze een massage en werd er opnieuw gerust.” Volgens Demol begint Discovery Channel met een gerust gemoed aan de cruciale fase van de Tour: ”We verwachten wel iets van T-Mobile. Morgen ligt de aankomst op een zware col, niet echt die supersteile berg, maar wel heel lang.”

In de zes keer dat Armstrong de Tour won sloeg hij al vijf keer toe tijdens de eerste de beste aankomst bergop. Dat was zo in 1999 (Sestrières), 2000 (Lourdes Hautacam), 2001 (L’Alpe d’Huez), 2002 (La Mongie) en ook in 2004 (weer op La Mongie). Slechts in 2003 maakte hij niet al meteen het verschil in de eerste aankomst bergop. Toen was Iban Mayo de beste in de rit naar L’Alpe d’Huez.