Column: Eén keer is geluk...

Ed (Ared)
In 1986 deed Benetton wat Red Bull afgelopen winter deed – het stapte over van het sponsoren naar het bezitten van een Formule 1 team. Het Toleman team, wiens laatste wapenfeit het laten debuteren van Senna was geweest, werd overgenomen, en met Berger en een BMW turbo motor werd zelfs een overwinning gepakt in Mexico. In de jaren daarna werd het team een redelijke subtopper, tot Flavio Briatore in 1989 werd aangewezen als manager van het team.

Dat was een aanstelling die nogal bespot werd door de kenners. Briatore was een commerciële man uit de winkelsector van het kledingmerk. Zover men wist had hij alleen verstand van mode en glamour, en geen enkele kennis van de sport. Zijn aanstelling zou hij dan ook alleen maar te danken hebben aan het feit dat hij een goede persoonlijke vriend was van de eigenaar, Luciano Benetton. Arrogant als hij was, beweerde hij dat hij ook geen verstand van de sport nodig had. Een Formule 1 team vond hij niet anders dan een ander bedrijf. Het was zijn taak om mensen die er wel verstand van hadden op de juiste plekken te krijgen, meer niet. Dat jaar won Benetton voor het eerst in 3 jaar een Grand Prix.

Flavio Briatore is een man die ik het ene moment kan verafschuwen, en het andere moment fantastisch kan vinden. De Pim Fortuyn van de Formule 1 vind ik 'm een beetje. Dan weer de intelligente, charmante, kosmopolitische manager, dan weer de arrogante, gewetensloze, sluwe maffioso die voormalige partners en vrienden tot de grond kan vernederen. Maar hij weet de resultaten te produceren om die arrogantie te rechtvaardigen. Binnen vijf jaar wist hij Benetton van subtopper tot kampioenen te promoveren, en bij Renault lijkt het er heel erg op dat het dezelfde kant op gaat. Vergeet niet dat Benetton een achterhoede team was in 2001. Briatore nam het roer in 2002 weer over toen het team Renault werd. In 2003 werd de eerste overwinning alweer gepakt.

Voor het seizoen van 2003 shockeerde Briatore door als enige van de grote teams te kiezen voor de optie om beperkt te testen tussen races, in ruil voor wat extra uurtjes op de vrijdag voor een Grand Prix. Hij besefte dat die twee uur tijdens het raceweekend veel meer nuttige informatie zouden opleveren dan de vele dagen testen op andere circuits, in andere omstandigheden dan tijdens de race. De resultaten waren ernaar, en tegelijkertijd bespaarde hij Renault nog een flinke som geld ook.

Het blijft een eikel – dat hoor je mij niet ontkennen. Altijd geruchten over gesjoemel met regels, van een filter in de brandstofpomp die al dan niet na toestemming van de FIA verdwenen was, tot eeuwige verdenking over tractiecontrole. Vorig jaar nog werd er gespeculeerd dat de wereldstarts van Renault op niet geheel legale wijze bereikt zouden worden. Hij presteerde het zelfs om de designs van Benetton, waar hij manager was, te gebruiken voor Ligier, waar hij op dat moment mede-eigenaar was (volgens de FIA moet ieder team met een zelf ontworpen auto rijden). Ander kleurtje verf erop, niemand die het gebrek aan verschil ziet. Iets dergelijks, maar dan andersom, heeft hij jaren later trouwens ook nog eens met zijn vriendin uitgehaald. Terwijl Heidi Klum zwanger was van zijn kind ging hij voor het oog van de paparazzi rustig een avondje uit met een ander topmodel. Die ander leek trouwens dermate veel op Heidi, dat hij waarschijnlijk dacht dat niemand het verschil zou zien. Welke jongen droomt niet van een relatie met een supermodel (naar keuze – smaken verschillen tenslotte)? Flavio kan het zich veroorloven om het ene supermodel met de ander te bedriegen.

En zoals hij met vrouwen omgaat, doet hij dat ook met zijn coureurs – genadeloos. Hij is de beste vriend van de talenten in het team. Tot hij een nieuw speeltje heeft. Denk aan 1994 – J.J. Letho vertelt Olav Mol, bij wijze van spreken met een contract en een gezondheidsverklaring van de artsen in zijn hand, dat hij staat te trappelen om het stuur van zijn vervanger, Verstappen, weer over te nemen. Flavio’s reactie? "Letho is not fit." Glashard. En als we het toch over rijders hebben – behalve teambaas is hij ook nog manager van veel talenten. Hoe Berlusconi kun je worden? Je wordt zaakwaarnemer voor een talent, en tekent je eigen talent bij je eigen team. Als teambaas betaal je een leuk salaris, en als manager stop je een leuk percentage daarvan in je eigen zak. Dat is lekker makkelijk onderhandelen.

En ondanks alles is hij geliefd en succesvol. Ferrari kocht na 1995 vrijwel het hele kampioenschapsteam over van Benetton, en was daarmee (na wat opstartproblemen) jarenlang onoverwinnelijk. Natuurlijk is het nog even afwachten om te zien of de voorsprong van Renault groot genoeg is op het moment dat de nieuwe Ferrari wel betrouwbaar wordt, maar voorlopig is het nieuwe team van Briatore nog ongeslagen. Wie na 1994/95 nog dacht dat het succes van die jaren vooral te danken was aan Schumacher, Brawn, Byrne et cetera, zal nu toch moeten concluderen dat het opbouwen van een winnend team niet een mazzeltje was, maar een kwaliteit van Briatore. Eén keer is geluk, twee keer een gewoonte.