Greenpeace niet blij met Nintendo, wel met Sony
Greenpeace heeft de afgelopen tijd als voorproefje voor de post-Kyoto-gesprekken het milieubeleid van alle grote elektronicafabrikanten bekeken. De reden hiervoor is volgens Kruszewska dat als de grote fabrikanten hun uitstoot van broeikasgassen flink terugbrengen, de regeringen eerder geneigd zullen zijn om het voorbeeld te volgen. Greenpeace heeft bij dit onderzoek gelet op zaken als het gebruik van chemicaliën en het beleid met betrekking tot afval. Voor elk item valt een score tussen de 0 en 3 punten te verdienen met een totaal maximum van 45.
Nintendo was tijdens het onderzoek niet erg meewerkend, waardoor het voor Greenpeace lastig was om controle uit te oefenen. Het schort met name aan communicatie zowel extern als intern, waardoor het niet altijd duidelijk was waar de fabrikant mee bezig is. Greenpeace is continu in gesprek met elke grote elektronicafabrikant, maar bij Nintendo lukte dat niet. Er was geen mogelijkheid om in contact te komen met het management en elke e-mail naar Japan strandde zonder resultaat.
Dit had tot gevolg dat Nintendo op elf van de vijftien items geen enkel punt scoorde. De weinige punten die Nintendo dan wel scoorde hadden volgens Kruszewska vooral te maken met de intenties van het bedrijf en niet zozeer met daadwerkelijke uitvoering. Een opvallend punt van het milieubeleid van Nintendo was dat met het terugnemen van oude producten. Nergens in de wereld waar het niet verplicht is neemt Nintendo oude producten terug waar consumenten vanaf willen. Volgens Nintendo leveren deze producten namelijk geen afval op, consumenten willen er namelijk nooit vanaf.
Nintendo's concurrentie doet het opvallend veel beter. Sony kwam tot een totaalscore van 24 punten en heeft over het algemeen gewoon een vrij redelijk milieubeleid volgens Greenpeace. Grootste klacht bij Sony was het beleid met betrekking tot recycling en de uitstoot van broeikasgassen. Ook geldt voor Sony dat ze een beter beleid moeten maken met betrekking tot het terugnemen van oude apparatuur. Microsoft zat midden tussen Nintendo en Sony in met een score van vijftien punten. Dit komt grotendeels door goede prestaties met betrekking tot chemicaliën en hittebestendige materialen. Toch is het algemene beleid nog erg onder de maat, want op vaal punten scoort Microsoft toch nog slecht tot zeer slecht.
Een week geleden claimde de Natural Resources Defence Council nog dat Sony wat meer op zijn milieubeleid moet letten. De organisatie baseerde dat op het vermogen dat de PlayStation 3 gebruikt ten opzichte van de Wii. Nintendo's console gebruikt namelijk maar 16 Watt als deze in gebruik is, stukken minder dan de 119 Watt van de Xbox 360 en de 150 Watt van de PlayStation 3. Volgens Kruszewska zou je de consoles niet met elkaar moeten vergelijken, omdat het in essentie echt verschillende apparaten zijn. Daar komt bij dat er meer is dan het energieverbruik van de console die geproduceerd is.
Als je benieuwd bent naar de resultaten die Greenpeace presenteerde, dan kun je hier terecht voor die van Sony, hier voor die van Microsoft en hier voor die van Nintendo. Het volledige rapport met alle elektronicabedrijven is hier te vinden.