Tot 15 jaar cel geëist tegen terreurverdachten
Hoofdverdachten Samir A., Noureddin El F. en Mohamed C. gaan, als het aan justitie ligt, respectievelijk dertien en vijftien jaar de gevangenis in voor het voorbereiden van een terroristische aanslag en deelname aan een criminele organisatie die als doel had terroristische misdrijven te plegen.
Tegen twee andere verdachten, Soumaya S. en Mohammed H., eiste het OM celstraffen van tien en acht jaar. Zij waren niet de kern van de groep, maar handelden onder invloed van de drie mannen.
Volgens het OM hangen de verdachten een bijzonder radicale vorm van de islam aan, die geweld tegen 'ongelovigen' niet alleen toestaat, maar dat zelfs verplicht stelt. De verdachten hadden de gezamenlijke overtuiging dat de gewelddadige strijd tegen de democratie en niet-moslims onvermijdelijk was, zei aanklager D. Kuipers.
De groep zou bezig zijn geweest een aanslag voor te bereiden, waarbij zij van explosieven gebruik zouden maken en waarbij doden zouden vallen, aldus het OM. Onder meer een zelfmoordtestament van Samir A. wijst daar volgens justitie op.
De rechtbank in Rotterdam veroordeelde Samir A. eind 2006 tot acht jaar cel, na een eis van vijftien jaar. De rechtbank achtte toen niet bewezen dat de groep waartoe hij en zijn medeverdachten behoorden, een terroristische organisatie was. Het OM vindt van wel en eiste daarom maandag weer celstraffen tot vijftien jaar.