Troepen maken einde aan gevechten in Libanon

Redactie
Libanese troepen hebben vandaag een einde gemaakt aan hevige gevechten tussen rivaliserende groepen in de Noord-Libanese stad Tripoli. Bij de gevechten kwamen sinds gisteren zeker negen mensen om het leven en raakten tientallen gewond. Dat meldden veiligheidsfunctionarissen.

Het leger maakte bekend dat militairen indien nodig geweld zouden gebruiken om verder bloedvergieten te voorkomen. Premier Fouad Siniora veroordeelde vanaf een conferentie in Wenen het geweld.

Volgens regeringsmedewerkers vochten soennitische aanhangers van de regering van Siniora met plaatselijke alawieten, leden van een islamitische stroming die in Tripoli op de hand zijn van de door de sjiitische Hezbollah geleide oppositie.

De strijdende partijen kwamen gisteren nog overeen om gewapende strijders van de straat te houden, maar later in de nacht braken opnieuw gevechten uit. In de stad waren exploderende raketgranaten en zwaar machinegeweervuur te horen. Ook vandaag werd er nog gevochten.

Begin mei was Libanon in de greep van het hevigste sektarische geweld sinds de burgeroorlog (1975-1990). Zeker 65 mensen vonden toen de dood. Op 21 mei bereikten de prowesterse regering en de oppositie in Doha een akkoord dat een eind maakte aan een politieke crisis die de voedingsbodem vormde voor het geweld. Het akkoord maakte de weg vrij voor de verkiezing van legerleider Michel Suleiman tot president.

Ook kwamen de partijen in Qatar overeen om een regering van nationale eenheid te vormen. Hierover kunnen de prowesterse partijen en de door de pro-Iraanse Hezbollah aangevoerde oppositie het echter niet eens worden.