Kolonel somber over Afghanistan-missie

Redactie
BinnenlandsDe hoogste Nederlandse militair in Afghanistan, kolonel Arie Vermeij, is somber over het slagen van de wederopbouw in Afghanistan. ''Het is dweilen met de kraan open'', zegt hij in de Defensiekrant, die vrijdag is verschenen.

Vanuit het Regionaal Commando Zuid in Kandahar stuurt hij als plaatsvervangend bevelhebber de wederopbouwtaken aan van de internationale troepen in de zes zuidelijke regio's van Afghanistan. Volgens Verweij verloopt een en ander niet geruisloos. De Taliban frustreren de wederopbouw met (bom)aanslagen en allerlei gewapende acties. Een tweede probleem vormt volgens de kolonel de papaverteelt en vooral de bestrijding ervan.

Vermeij zegt in de Defensiekrant dat het veel zou schelen, als buurland Pakistan het grensgebied strenger zou controleren. ''Helaas steunt al-Qaeda de Taliban, die bovendien hulp krijgen vanuit Pakistan. De Pakistaanse overheid blijkt niet in staat de Taliban in het grensgebied Baluchistan aan te pakken en de overgang met Afghanistan dicht te houden.''

Hij constateert tevens dat de Taliban vanuit Pakistan voortdurend worden bewapend en voorzien van zaken als verbindingsmiddelen en voertuigen. ''Zolang Pakistan de grens niet dicht houdt, is het moeilijk werken. Wij nemen veel Taliban gevangen of schakelen hen uit, maar daar komen steeds nieuwe strijders uit Pakistan en andere landen voor terug'', aldus Vermeij. ''In de huidige situatie pakken wij de Taliban dus wel effectief aan, maar het blijft dweilen met de kraan open.''

De commandant van de Nederlandse strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, geeft om 10.00 uur in een persconferentie een toelichting op de Nederlandse activiteiten in Uruzgan. De bijeenkomst was al gepland, voor de uitlatingen van Vermeij bekend werden.