Akkoord vangstmogelijkheden visserij in 2025

De lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben een akkoord gesloten over de vangstmogelijkheden voor de zeevisserij in 2025. De overeenkomst maakt duidelijk hoeveel de vissers in de EU-lidstaten per visbestand mogen vangen.

Visserij-afspraken
De EU maakt elk jaar in december afspraken over hoeveel vis de verschillende lidstaten het komende jaar mogen vangen in Europese zeeën, de zogenoemde visquota. Met derde landen (landen buiten de EU) sluit de EU afzonderlijke akkoorden over vangstmogelijkheden en ook over bijvoorbeeld toegang tot elkaars wateren.

Voor de Nederlandse visserijsector zijn onder andere tong, haring en horsmakreel belangrijke visbestanden. Een aantal visbestanden zijn dusdanig gezond dat de vangstmogelijkheden voor komend jaar toenemen. Voorbeelden hiervan zijn tong, schol en zeeduivel. Voor een aantal andere visbestanden nemen de vangstmogelijkheden af. Hierdoor verlopen de onderhandelingen over de pelagische bestanden, zoals makreel en haring, steeds moeizamer. Voor aal blijft de gesloten periode gelijk aan dit jaar.

Staatssecretaris Jean Rummenie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN): “Ik ben tevreden dat er dit jaar tijdig een akkoord is bereikt over de vangstmogelijkheden voor 2025. Het afgelopen jaar zijn met name onze tongvissers hard geraakt door de hoeveelheid vis die zij mochten vangen. Gelukkig zijn de vooruitzichten voor het komende jaar positiever. Ik blijf er belang aan hechten dat bij het vaststellen van de vangstmogelijkheden naast de wetenschappelijke adviezen ook de sociaal economische gevolgen worden meegenomen. Dit heb ik de afgelopen tijd ook onder de aandacht gebracht in Brussel en zal ik komend jaar blijven doen. Ook zagen we dat er op een laat moment in het onderhandelingsproces nog gewijzigde wetenschappelijke adviezen kwamen. Ik heb er daarom op aangedrongen om het adviesproces te verbeteren.”

Tongvisserij
Op 6 december is een akkoord bereikt over visbestanden die het EU met het VK deelt. In dit akkoord is afgesproken dat voor het komende jaar er voor de Nederlandse tongvisserij een toename van 172% geldt ten opzichte van 2024. Dit jaar kon de tongvisserij 60% minder vangen dan het jaar daarvoor, wat een grote negatieve impact heeft gehad op de sector en hun verdienvermogen. Hoewel de nieuwe vangstmogelijkheden de pijn van afgelopen jaar niet wegneemt, geven de vangstmogelijkheden voor komend jaar de tongvisserij gelukkig weer wat meer ruimte.

Systematiek van visquota
De Europese visserijministers en de Europese Commissie beslissen ieder jaar in december over de totale vangsthoeveelheden voor het komende jaar. De EU-inzet – en die van Nederland – is dat de vangstmogelijkheden zijn gebaseerd op meerjarige beheerplannen en wetenschappelijk advies van ICES (Internationale Council for the Exploration of the Sea). Die beoordeelt hoeveel vis van een bestand kan worden gevangen zonder het uit te putten. Op basis daarvan wordt per bestand de zogeheten Total Allowable Catch (TAC) onderhandeld. Vervolgens wordt vastgesteld hoeveel een lidstaat daarvan mag vangen, het quotum. De uitkomsten van de onderhandelingen worden vastgesteld door de Europese Raad van Visserijministers. De quota voor de individuele vissers worden vervolgens met een vaste verdeelsleutel afgeleid van de totale vangsthoeveelheden. De uitkomsten van de onderhandelingen voor Nederland worden omgezet in nationale regelgeving. Deze wordt gepubliceerd vóór 1 januari. Vanaf de start van het nieuwe jaar kunnen vissers dan gebruikmaken van de nieuwe vangstmogelijkheden.

Vis ( @bearfotos on Freepik)
Vis ( @bearfotos on Freepik)