XEC is de nieuwe coronavariant

Een nieuwe variant van het coronavirus, bekend als XEC, verspreidt zich momenteel snel door Europa en de Verenigde Staten. Deze variant heeft inmiddels al meer dan 600 mensen besmet in 27 landen, waaronder Frankrijk en de Verenigde Staten. Gezondheidsfunctionarissen roepen op tot waakzaamheid, vooral nu het noordelijk halfrond zich voorbereidt op het winterseizoen, dat vaak gepaard gaat met een toename van luchtwegaandoeningen.

XEC is een recombinante versie van SARS-CoV-2, het virus dat verantwoordelijk was voor de oorspronkelijke COVID-19-pandemie. Recombinante varianten ontstaan wanneer een persoon gelijktijdig wordt geïnfecteerd met twee verschillende COVID-stammen, waardoor het genetisch materiaal van deze stammen zich mengt en een nieuwe variant vormt. In dit geval zijn de twee stammen die hebben geleid tot de vorming van XEC, de KP.3.3 en KS.1.1, beide subvarianten van de Omicron-lijn. Deze stammen zijn nauw verwant en zijn geëvolueerd vanuit de eerdere JN.1-variant, die wereldwijd dominant was aan het begin van 2024.

Net als andere coronavirusvarianten wordt XEC voornamelijk overgedragen via ademhalingsdruppeltjes, die zich verspreiden wanneer een besmette persoon uitademt, praat, hoest of niest. Hoewel de kans op besmetting via oppervlakken kleiner is, blijft dit mogelijk. Gezondheidsdeskundigen adviseren daarom het dragen van maskers in openbare ruimtes, het bewaren van sociale afstand en regelmatig handen wassen of desinfecteren.

Uit de eerste bevindingen blijkt dat de XEC-variant zich nog sneller verspreidt dan eerdere COVID-varianten. Dit zou te maken kunnen hebben met de specifieke spike-eiwitten van de XEC-variant, die het virus helpen sneller menselijke cellen binnen te dringen en zich te vermenigvuldigen. Hoewel de exacte mate van besmettelijkheid nog wordt onderzocht, is duidelijk dat XEC zich gemakkelijk kan verspreiden.

De symptomen van XEC lijken vergelijkbaar te zijn met eerdere COVID-varianten en omvatten keelpijn, koorts, vermoeidheid en spierpijn. Deze symptomen verschijnen meestal binnen twee tot veertien dagen na infectie en zijn over het algemeen mild. De ernst kan echter variëren, waarbij kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met onderliggende gezondheidsproblemen een groter risico lopen op ernstigere symptomen.

De XEC-variant werd voor het eerst geïdentificeerd door onderzoekers in Berlijn, Duitsland, in augustus, na analyse van COVID-19-monsters die twee maanden eerder waren verzameld. Sindsdien heeft XEC zich verspreid naar 27 landen, waaronder Frankrijk, dat momenteel het hoogste aantal gerapporteerde gevallen heeft (meer dan 21% van de totale gevallen). Andere landen waar XEC terrein wint, zijn onder andere het Verenigd Koninkrijk, Canada, Denemarken, Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten, waar meer dan 100 gevallen verspreid over 25 staten zijn gemeld.

Het werkelijke aantal XEC-infecties kan echter hoger zijn, aangezien niet alle landen routinematig gegevens rapporteren aan het Global Initiative on Sharing All Influenza Data (GISAID), de organisatie die de verspreiding van COVID-19 monitort.

Hoewel XEC zich sneller lijkt te verspreiden, zijn er tot nu toe geen aanwijzingen dat deze variant gevaarlijker is dan andere Omicron-subvarianten. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft XEC nog niet als een ‘variant van zorg’ aangemerkt, wat betekent dat de ernst en impact tot nu toe beperkt lijken.

Deskundigen verwachten echter dat COVID-19 en zijn varianten, waaronder XEC, zich tijdens de herfst- en wintermaanden verder zullen verspreiden, aangezien mensen meer tijd binnenshuis doorbrengen, dichter bij elkaar en met minder ventilatie.

Bestaande vaccins lijken overigens voldoende bescherming te bieden tegen de XEC-variant. De Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) raadt aan dat iedereen van zes maanden en ouder het bijgewerkte COVID-19-vaccin voor het seizoen 2024-2025 krijgt, zelfs als ze al eerder gevaccineerd zijn.