1 op de 10 werknemers voelde zich in 2022 gediscrimineerd op werk

In 2022 voelde 10 procent van alle werknemers zich in de voorafgaande twaalf maanden gediscrimineerd op het werk. Ervaringen met discriminatie vanwege afkomst, huidskleur of nationaliteit en vanwege leeftijd of geslacht komen op de werkvloer het meest voor. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO, die in het laatste kwartaal van 2022 is uitgevoerd onder 61 duizend werknemers.

De meest voorkomende discriminatiegronden op het werk zijn afkomst, huidskleur of nationaliteit, en leeftijd of geslacht. Op elk van deze gronden voelde 2 à 3 procent van alle werknemers (van 15 tot 75 jaar) zich gediscrimineerd.

Discriminatie vanwege afkomst, huidskleur of nationaliteit kwam met 16 procent relatief vaak voor onder migranten van buiten Europa. Ook migranten uit Europese landen (10 procent), en in Nederland geboren personen met een buiten-Europese herkomst (9 procent), hadden hier relatief vaak mee te maken. Gevoelens van leeftijdsdiscriminatie kwamen het meest voor onder werknemers tot 25 jaar (4 procent) en onder 65-plussers (5 procent). Van de vrouwen zei 4 procent gediscrimineerd te worden vanwege hun geslacht, van de mannen was dat minder dan 1 procent.

Discriminerende opmerkingen, negeren en buitensluiten komen vaakst voor
Werknemers die zich op het werk gediscrimineerd voelden, ervaarden dit vooral door opmerkingen, en negeren of buitensluiten. Beide werden genoemd door 35 procent van alle gediscrimineerde werknemers. Ook ervaarde een deel van hen minder mogelijkheden voor promotie of ontwikkeling (25 procent), mocht minder aantrekkelijk werk doen (18 procent) of kreeg een lagere beloning voor hetzelfde werk (17 procent). Discriminatie door bedreigingen, geweld of agressief gedrag kwam minder vaak voor (6 procent).

Meeste gevoelens van discriminatie in vervoer en opslag
Met 12 procent voelden werknemers in de bedrijfstak vervoer en opslag zich iets vaker gediscrimineerd op het werk dan werknemers in andere bedrijfstakken. In de bouw en in de landbouw hadden werknemers naar verhouding minder vaak last van discriminatie (6 procent).

Gediscrimineerde werknemers minder tevreden met werk
Van alle werknemers in 2022 die geen discriminatie hebben ervaren, was 80 procent tevreden of zeer tevreden met het werk en 5 procent ontevreden of zeer ontevreden. Van de werknemers die wel last hadden van discriminatie, was 51 procent (zeer) tevreden en 17 procent (zeer) ontevreden.

Meer verzuim bij discriminatie
Werknemers die zich gediscrimineerd voelen op het werk, verzuimen relatief vaak. In 2022 zei 69 procent van hen in het afgelopen jaar te hebben verzuimd. Onder werknemers die geen last hadden van discriminatie, was dat 55 procent.

Verzuimende werknemers die zich gediscrimineerd voelen, schrijven hun verzuimklachten ook vaker toe aan de werksituatie. Bij 38 procent van hen waren de klachten gedeeltelijk of hoofdzakelijk een gevolg van hun werk. Onder verzuimende werknemers die zich niet gediscrimineerd voelden, was dat 19 procent. Gediscrimineerde werknemers wijten het werkgerelateerde verzuim ook vaker aan een ruzie, conflict of grensoverschrijdend gedrag.

Vanaf het verslagjaar 2022 verschilt de wijze waarop gegevens voor de NEA zijn verzameld en verwerkt op enkele punten van eerdere verslagjaren. Daardoor zijn de cijfers vanaf 2022 mogelijk niet in alle gevallen vergelijkbaar met de cijfers tot en met 2021. Meer informatie is beschikbaar in de onderzoeksbeschrijving van de NEA 2022.