Te weinig bewijs ontucht kinderdagverblijf, wél cel- en taakstraf voor kinderporno

Er is onvoldoende bewijs dat een 56-jarige man uit Hilvarenbeek ontucht pleegde met een jongetje dat aan zijn zorg was toevertrouwd. De rechtbank Oost-Brabant veroordeelt hem wel voor het bezit van kinderporno en legt daarvoor een voorwaardelijke gevangenisstraf op van 3 maanden en een maximale taakstraf van 240 uur.

Het Openbaar Ministerie verdenkt de man ervan dat hij als verpleegkundige van een medisch kinderdagverblijf in Waalre ontucht pleegde met een 5-jarig kind. De verdachte ontkent dit. Naast de verklaringen van het jongetje ziet de rechtbank geen steunbewijs in het strafdossier. Dit is nodig om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Aangezien het nodige bewijs ontbreekt, spreekt de rechtbank de verdachte vrij van dit verwijt. 

Hij wordt wel veroordeeld voor het bezit van kinderporno. Tijdens het onderzoek naar de ontuchtzaak trof de politie op zijn telefoon een door de verdachte aangemaakte en beveiligde map aan met daarin seksueel getinte foto's van minderjarigen. 

Misbruikt en uitgebuit
Het bezit van kinderporno is een ernstig delict. Voor de productie hiervan worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Ze worden voor een camera gezet om te poseren en seksuele handelingen te verrichten of te ondergaan. Deze slachtoffers kunnen aanzienlijke psychische schade oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. De schade voor de kinderen wordt nog eens vergroot doordat het vrijwel onmogelijk is om een afbeelding of video die op het internet is gezet, daarvan af te halen.

Omdat de verdachte blijft ontkennen, ziet de reclassering weinig aanknopingspunten om het gedrag van de verdachte met bepaalde bijzondere voorwaarden (zoals een behandeling) te veranderen. Ook kunnen een psychiater en een psycholoog niet vaststellen dat er sprake is van een psychische stoornis. Door dit alles kan de rechtbank zich geen oordeel vormen over de eventuele kans op herhaling en dus evenmin over de wijze waarop dit risico zou kunnen worden ingeperkt. Dit maakt dat de rechtbank geen bijzondere voorwaarden verbindt aan de voorwaardelijke celstraf. Naast die geheel voorwaardelijke straf vindt de rechtbank een maximale taakstraf van 240 uur op zijn plaats.