Aardbevingen Syrië en Turkije: dodental opgelopen tot ruim 40.000

Ongeveer een week na de aardbeving in het Turks-Syrische grensgebied is het aantal doden gestegen tot meer dan 40.000. De Turkse president Erdogan noemde de aardbeving de 'ramp van de eeuw'.

Volgens de Turkse president zijn alleen al in Turkije meer dan 35.000 mensen om het leven gekomen. Meer dan 13.000 gewonden worden behandeld in ziekenhuizen, ongeveer 1,6 miljoen mensen leven in noodopvangcentra en 600.000 mensen zijn geëvacueerd of hebben de regio op eigen kracht verlaten. Er zijn 5.900 doden gemeld uit Syrië.

Er wordt gevreesd voor nog veel meer slachtoffers
Volgens schattingen van de Verenigde Naties kan het dodental oplopen tot meer dan 50.000. Het wordt steeds onwaarschijnlijker dat de helpers nog overlevenden zullen vinden. Desondanks zijn er acht dagen na de eerste aardbeving nog meldingen gedaan van reddingen. In de Zuid-Turkse stad Antakya zijn een 65-jarige man en een meisje na 208 uur levend uit het puin gehaald, volgens persbureau Reuters.

WHO: De ergste natuurramp in de afgelopen eeuw
WHO-regiodirecteur Hans Kluge beschreef de aardbeving en de talrijke naschokken als de ergste natuurramp in de regio in een eeuw tijd. Ongeveer 26 miljoen mensen in Turkije en Syrië hebben humanitaire hulp nodig, zei hij tijdens een online persconferentie. De behoefte aan voedselhulp, medische zorg en onderdak is enorm en groeit met het uur.

EHBO-konvooi bereikt Noordwest-Syrië
Internationale hulp komt traag op gang, vooral in Syrië, een land dat wordt geteisterd door een burgeroorlog. Een eerste VN-hulpkonvooi bereikte Noord-Syrië via de onlangs door de Syrische regering geopende grensovergangen. Elf vrachtwagens waren de Turkse grens overgestoken naar het burgeroorloggebied Bab al-Salama, aldus het VN-noodhulpbureau.

Terwijl hulp bij rampen al is gearriveerd bij de getroffen mensen in de regio's die in handen zijn van Assad, moesten de overlevenden in de door rebellen gecontroleerde provincie Idlib tot het laatste op hulp wachten. Volgens ARD-correspondent Tilo Spanhel kwamen daar eind vorige week zo'n 20 vrachtwagens van de Verenigde Naties aan. Deze waren echter van tevoren gepland en werden alleen opgehouden door de aardbeving, zei hij op Deutschlandfunk. Het ging dus niet om rampspecifieke hulpgoederen. De situatie in Idlib is nog steeds erg moeilijk. Er is een gebrek aan tenten, dekens en dergelijke die de overlevenden ter plaatse nodig hebben.