Koninklijke Marechaussee mag bij controles verblijfstatus niet etnisch profileren

Amnesty International en enkele andere personen en belangenorganisaties hebben een procedure aangespannen tegen de Nederlandse Staat over de manier waarop de Koninklijke Marechaussee mensen selecteert voor controle op verblijfstatus na grensovergang. Volgens Amnesty gebruikt de Koninklijke Marechaussee daarbij onder meer ras als selectiemiddel en dat is volgens Amnesty discriminatie op grond van ras en dus verboden. Het gerechtshof Den Haag geeft Amnesty daarin gelijk en verbiedt de Staat dergelijke kenmerken nog langer bij deze controles te gebruiken.

De Koninklijke Marechaussee (KMar) is belast met het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV). Deze zaak gaat over de controle door de KMar op de verblijfstatus na grensovergang binnen de Schengen-zone. De KMar kan personen die net de Nederlandse grens zijn gepasseerd staande houden om hen te vragen naar hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie. De KMar selecteert de personen die zij aan zo'n controle onderwerpt aan de hand van een aantal wisselende indicatoren. In bepaalde gevallen hanteert de KMar als indicator ook persoonlijkheidskenmerken die gebaseerd zijn op ras (zoals huidskleur). Volgens de KMar doet ze dit steeds in combinatie met andere indicatoren en alleen als het noodzakelijk is. De KMar vindt dat uiterlijke kenmerken die aan ras zijn ontleend niet iets hoeven te zeggen maar wel iets kunnen zeggen over de nationaliteit of herkomst van de gecontroleerde persoon. Voor een effectieve uitvoering van het MTV is het volgens de KMar dan ook noodzakelijk dat dergelijke kenmerken kunnen worden gebruikt.

Amnesty International en enkele andere personen en belangenorganisaties (verder: Amnesty) zijn van mening dat de KMar zich door zo op te treden schuldig maakt aan etnisch profileren en rassendiscriminatie. Amnesty vindt dat de handelwijze van de KMar onrechtmatig is, omdat deze in strijd is met diverse mensenrechtenverdragen. Amnesty vordert dat de rechter aan de Staat, onder wie de KMar valt, een verbod oplegt om nog langer aan ras ontleende kenmerken te gebruiken in het kader van MTV-controles.

De rechtbank Den Haag heeft eerder de vorderingen van Amnesty afgewezen, maar het gerechtshof Den Haag geeft in hoger beroep Amnesty alsnog gelijk. Het gerechtshof is van oordeel dat de KMar onderscheid maakt op grond van ras. Gezien de ernstige gevolgen van onderscheid op grond van ras mag dat onderscheid alleen worden gemaakt als daar bijzonder zwaarwegende redenen voor zijn. Dergelijke zwaarwegende redenen heeft de Staat niet aangetoond. Dit betekent dat de KMar zich schuldig maakt aan discriminatie op grond van ras en dat is verboden. Het gerechtshof verbiedt de Staat dan ook om bij de uitvoering van MTV-controles selectiebeslissingen te nemen die (mede) gebaseerd zijn op ras.