70 jaar na de Watersnoodramp

Zeventig jaar geleden ziet de wereld er in de nacht van 31 januari op 1 februari op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden en in westelijk Noord-Brabant heel anders uit. In de avond heeft een noordwesterstorm, met springtij, zich meester gemaakt van de Noordzee. De dijken zijn er niet tegen bestand en het kolkende water neemt die nacht genadeloos en met verwoestende kracht bezit van onze huizen, boerderijen, natuurgebieden en alle bedrijvigheid.

Ook grote delen van Zuid-Holland lopen onder water. Goeree-Overflakkee en Tholen verdwijnen voor een groot deel onder het wateroppervlak. Maar ook de wat lager gelegen gebieden in het achterland krijgen het zwaar te verduren. Als zelfs de Groenendijk, een van onze zeedijken bij Nieuwerkerk aan den IJssel doorbreekt, gelast de burgemeester twee moedige binnenvaartschippers, Arie Evegroen en Cor Heuvelman, het schip De Twee Gebroeders in het gat in de dijk te varen. Het plan slaagt. Het schip zet zich vast in het dijkgat en voorkomt zo verdere overstroming van de Randstad.

De vliegbases Gilze-Rijen, Valkenburg en Woensdrecht worden in allerijl opengesteld voor vliegtuigen en helikopters uit Amerika, Engeland, Zwitserland, België en Frankrijk. Uiteindelijk telt de luchtvloot 200 vliegtuigen en 46 helikopters

De watersnood herdenken
De zee heeft ons die nacht in 1953 verrast en liet een spoor aan vernielingen achter, waarbij 1836 mensen het leven lieten. Zij die de ramp overleefden verloren huis en haard en moesten leren leven met de verschrikkelijke herinneringen aan en de gevolgen van deze watersnoodramp. Deze gitzwarte nacht mag dan ook niet vergeten worden en wordt elk jaar nationaal herdacht. Niet alleen vanwege alle slachtoffers, maar ook om ons onszelf en elkaar bewust te maken van het belang van onze waterveiligheid.

Geschenkwoningen als stille getuigen
Bij de ramp raakten in Nederland 100.000 mensen dakloos. Wereldwijd kwam in de weken na de ramp de hulp op gang. Onderdeel daarvan waren geschenkwoningen uit Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken, Frankrijk en Oostenrijk. Dit waren houten prefab bouwpakketten voor in totaal 860 complete woningen, waarvan er in Zuid-Holland 248 geplaatst konden worden. De houten huizen boden aan vele gezinnen snel een nieuw thuis. Ter gelegenheid van deze 70-jarige herdenking van de Watersnoodramp vragen de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland aan staatsecretaris Uslu te onderzoeken of een aantal geschenkwoningen kan worden aangewezen als rijksmonument. De woningen vormen een belangrijk onderdeel van onze geschiedenis, daar deze houten huizen het verhaal van de Watersnoodramp letterlijk zichtbaar maken.

“De geschenkwoningen vormen een waardevolle fysieke herinnering aan de Watersnoodramp die 70 jaar geleden plaatsvond. Aanwijzing van deze woningen als rijksmonument bevordert onder meer dat we dit erfgoed en het indrukwekkende historische verhaal over de ramp nog beter kunnen doorgeven aan de huidige en toekomstige generaties. Bovendien biedt het de eigenaren van deze geschenkwoningen meer kansen en mogelijkheden voor restauratie en onderhoud, omdat hiervoor bijvoorbeeld subsidie kan worden aangevraagd”, aldus Willy de Zoete, gedeputeerde voor Zuid-Holland.

Ook uit het buitenland komt hulp. Uit alle windstreken komen hulpgoederen, voedsel, menskracht en geld. Bijzonder is een gift uit Noorwegen, Zweden en Denemarken. Zij sturen houten prefab geschenkwoningen. Een groot deel van deze woningen is nog steeds bewoond. Duitsland stuurt 200 knuffels, speelgoed en chocolade. Uit Italië komen 10 schrijfmachines, 10 buitenboordmotoren, 2500 plaids en 415 stuks speelgoed van plastic.

Heel anders zijn de hulpgoederen uit Liechtenstein: 364 kilo aardappelen. Oostenrijk stuurt 6 kisten thermosflessen, 75.000 kilo Portland cement en 13 kisten chocolade en suikerwerk. Uit Zwitserland komen 3000 zakdoeken en 1000 kussens en matrassen. Het Zwitserse Jeugd Rode Kruis schenkt 2400 schooltassen. Deze worden uitgedeeld aan leerlingen in Nieuw-Vossemeer, Stavenisse, Middelharnis en Zierikzee.

Uit Algiers komen levensmiddelen en Zuid-Afrika stuurt 180 flessen Port. Indonesië draagt 2000 zandzakken bij en de Rode Halvemaan schenkt 9000 kilo rijst. Israël stuurt 49 brilmonturen en 6500 kisten sinaasappelen. Uit Suriname komen 10 ton suiker en 75 balen kokosnoten en Turkije stuurt dekens. Uit Nieuw-Zeeland komt schoeisel en uit Jamaica ruim 1000 kilo koffie. Amerika en Canada sturen goederen ter waarde van miljoenen guldens.

Waterveiligheid en waterbewustzijn hoog in het vaandel
Om herhaling van deze Watersnood te voorkomen werd het Deltaplan bedacht. De omvangrijke aanleg van dammen, dijken en keringen moest voortaan het water buiten houden. Dijken, dammen en waterkeringen werden ontworpen en geplaatst, want een ramp zoals die van 1953 moest koste wat het kost in de toekomst voorkomen worden. Sinds die tijd, en nu nog steeds, staat zeker in de Zuidwestelijke Delta dan ook waterveiligheid en waterbewustzijn hoog in het vaandel. Zuid-Holland slaat daarvoor de handen ineen met de provincies Zeeland en Noord-Brabant, het Rijk en de waterschappen. Niet alleen in de strijd met storm en springtij, maar ook bijvoorbeeld voor de gevolgen van het veranderende klimaat, zoals de stijging van de zeespiegel en de droge zomers.