Halsema bij Holocaust Herdenking: 'Antisemitisme steekt vaker zijn lelijke kop op'

Burgemeester Halsema vindt het 'onverteerbaar' dat "het eeuwenoude antisemitisme zich op een duistere plek heeft genesteld en steeds vaker zijn lelijke kop op steekt." Dat zei ze zondagmorgen in haar speech tijdens de Nationale Holocaust Herdenking in het Wertheimpark. Zo meldt AT5.

"78 jaar na de bevrijding stellen we vast dat 'Nooit meer Auschwitz' niet diep genoeg wordt doorleefd", aldus Halsema. Ze zegt antisemitisme steeds vaker terug te zien in de stad. "Soms rechtstreeks in geweld, in bedreigingen, in spreekkoren. Soms verstopt in lelijke complottheorieën, bedoeld om haat te voeden." 

De burgemeester zal dit jaar nog met jonge Amsterdammers en partners uit de Joodse gemeenschap naar Auschwitz gaan. "We kunnen mensen namelijk niet dwingen hoe te denken. Maar we kunnen wel alle twijfel wegnemen over wie ze zijn", zegt ze daarover. 

Onvergeeflijke fouten
Halsema noemt Amsterdam in haar speech meer dan een stapel stenen die aaneengeschakeld is door straten en bruggen. "Het is een gemeenschap van mensen verbonden door een gedeeld verleden. Dit besef. Dat wij geschiedenis delen, dat er grote en onvergeeflijke fouten zijn gemaakt, dat er pijn is die niet meer weggaat. Op dit besef bouwen wij de toekomst van een vrij land."

Burgemeester Halsema sprak vrijdagavond in Het Gesprek met de Burgemeester al uitgebreid over antisemitisme.

Hieronder de hele toespraak van burgemeester Halsema:

"6 miljoen Joden, waarvan 102.000 uit Nederland en ongeveer 60.000 uit Amsterdam: systematisch uitgesloten, vernederd en vermoord in een poging om al het Joodse leven in Europa uit te roeien.

Dit zijn de feiten. Dit is de even onvoorstelbare als onomstotelijke waarheid van de Holocaust.

Met de feiten hebben wij te leven. Tot de geschiedenis, tot de gruwelijke massamoord op het Joodse volk hebben wij ons te verhouden. Elke dag weer. Onze toekomst rust op onze geschiedenis. Dat geldt voor Nederland, dat geldt voor Amsterdam.

Amsterdam dankt welvaart, voorspoed, cultuur en identiteit aan de Joodse gemeenschap. De poging om dat te vernietigen tekent Amsterdam diep. Amsterdammer zijn gaat niet zonder, naast veel moois en veel om trots op te zijn, ook ons gruwelijke verleden onder ogen te zien.

De Hongaarse schrijver Imre Kertész, die als tiener Auschwitz overleefde, schreef: ‘Wanneer ik over Auschwitz nadenk, denk ik – paradoxaal misschien - meer na over de toekomst dan over het verleden.’ Kertész zag zijn pijnlijke herinneringen als onmisbare kennis over mens zijn. Als kennis voor volgende generaties.

Daarom herdenken wij.
Daarom is het pand waar Anne Frank ondergedoken zat en werd verraden nu een museum. Daarom staat verderop het Namenmonument, liggen er in onze stad meer dan duizend struikelstenen en komt er een Nationaal Holocaustmuseum.

Hoeveel boeken zijn er wel niet geschreven over de holocaust?
Hoeveel documentaires zijn er niet gemaakt?
Gesprekken gevoerd?
Geschiedenislessen geweest?
Het antwoord is: niet genoeg.

78 jaar na de bevrijding stellen we vast dat ‘Nooit meer Auschwitz’ niet diep genoeg wordt doorleefd. Het eeuwenoude antisemitisme heeft zich weer op een duistere plek genesteld en steekt steeds vaker zijn lelijke kop op. Soms direct. In geweld, in bedreigingen, in spreekkoren. En soms verstopt in lelijke complottheorieën, bedoeld om haat te voeden.

Het is onverteerbaar.

Ik zal, nog dit jaar, samen met partners uit de Joodse gemeenschap, met jonge Amsterdammers een bezoek brengen aan Auschwitz. We kunnen mensen namelijk niet dwingen hoe te denken. Maar we kunnen wel de twijfel wegnemen over wie wij zijn.

Onze stad is meer dan een stapel stenen aaneengeschakeld door straten en bruggen. Het is een gemeenschap van mensen verbonden door een gedeeld verleden. 
Dit besef. Dat wij geschiedenis delen, dat er grote en onvergeeflijke fouten zijn gemaakt, dat er pijn is die niet meer weggaat. Op dit besef bouwen wij de toekomst van een vrij land.

Waarin we antisemitisme herkennen.
De waarheid van de leugen weten te onderscheiden.
En ons gedeelde verleden onderhouden en opnieuw doorgeven.

Zodat 6 miljoen Joden, waarvan 102.000 uit Nederland en ongeveer 60.000 uit Amsterdam nooit worden vergeten."