Supermarktbranche pleit voor verder uitstel tabaksban

Supermarkten willen het verkoopverbod van tabak, dat per 1 juli 2024 in moet gaan, uitstellen om een wettelijke uitzondering voor kleine buurtsupermarkten te bewerkstelligen. In de vakpers klinkt vooral de oproep aan ondernemers om niet af te wachten, maar nieuwe strategieën te bedenken. Zo meldt TabakNee

Spar supermarkten en het Vakcentrum, koepelorganisatie van kleine supermarkten, pleiten voor uitstel van het verbod op verkoop van tabak in supermarkten dat op 1 juli 2024 in moet gaan. Dat blijkt uit reacties van Spar-voorzitter Albert-Jan Kleis en het Vakcentrum op de vorige maand gesloten Internetconsultatie over het voorgenomen verkoopverbod.

De consultatie leverde 71 openbare reacties op. Of er ook niet openbare reacties zijn gekomen wordt niet vermeld. De meeste reacties zijn van individuele supermarktondernemers, die over het algemeen begrip tonen voor de wens van de overheid om de volksgezondheid te verbeteren, maar vervolgens aandacht vragen voor de kleine supermarkt in het buitengebied die dreigt om te vallen door het omzetverlies als gevolg van de tabaksban. Deze winkeliers vragen om een uitzondering op het verkoopverbod voor deze kleine supermarkten.

Voor Spar-winkeliers sprong coöperatievoorzitter Kleis in de bres met eenzelfde boodschap. “Kleine buurt supermarkten, zoals SPAR, met een (relatief) hoog aandeel omzet uit tabak, die geen tabakswinkel op loopafstand hebben en geen levensvatbare tabakswinkel kunnen beginnen, moeten mogelijk gedwongen stoppen”, schrijft Kleis. De winkels zullen volgens hem namelijk ook klanten verliezen voor alle andere boodschappen, wanneer ze die boodschappen daar gaan doen waar ook een tabakswinkel in de buurt is. Dat heeft invloed op de leefbaarheid en dat zou volgens Kleis ook meegewogen moeten worden. Daarom pleit hij voor uitstel van de wet, zodat een uitzondering voor kleine winkels kan worden vormgegeven.

Het Vakcentrum pleit ook voor uitstel “en als dat niet mogelijk is dan tenminste een uitzonderingspositie voor een deel van de supermarkten”. Voor die uitzondering doet het centrum meteen een voorstel: “Als het dichtstbijzijnde verkooppunt tabak verder dan 2,5 kilometer is verwijderd van een verkooppunt waarvan het assortiment in overwegende mate bestaat uit eet- en drinkwaren is het toegestaan voor dit verkooppunt – conform de wettelijke bepalingen voor een speciaalzaak – tabak te verkopen.” Maar kan dat werkelijk de bedoeling zijn? Want de wettelijke bepalingen voor een speciaalzaak schrijven voor dat dat een (onderdeel van een) winkel met afsluitbare toegang moet zijn met een assortiment van ten minste 90 merkvarianten aan tabaksproducten. Dan zou de dorps-super, met vaak een beperkt assortiment rookwaren, opeens een volwaardige tabakszaak worden.

Haal tabak ook eerder uit tankstation en gemakszaak
Ook het CBL, de brancheorganisatie van de supermarkten, liet van zich horen. Een ook die vindt dat “het voorgenomen tijdspad [zou] moeten worden herzien om tot beleid te komen waardoor het aantal rokers daadwerkelijk daalt en de verkoop niet enkel wordt verplaatst.” Het CBL vindt het onbegrijpelijk dat tabak in 2024 uit de supermarkten moet, maar dat tankstations nog tot 2030 en gemakszaken tot 2032 door mogen gaan met tabaksverkoop.

In dat laatste worden zij gesteund door 36 gezondheidsorganisaties, waaronder Rookpreventie Jeugd, die onder de vlag van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij reageerden. Zij pleiten dan ook voor een veel snellere uitfasering van tabaksverkoop via tankstations en gemakszaken. Daarbij bepleiten zij de invoering van een vergunningstelsel voor tabaksverkoop, om grip te krijgen op het aantal en de locaties van verkooppunten van tabak.

Tabaksban roept morele vraag op
De naderende tabaksban is ook in de vakpers inmiddels een veelbesproken onderwerp. Het vakblad voor de supermarktbranche Distrifood sloot het jaar af met een podcast met twee retailexperts over de kwestie: bedrijfseconomisch adviseur Marco van Dulmen en supermarkt-techexpert Eelco Hos. Hetzelfde blad opende het nieuwe jaar met een column van Jumbo-ondernemer Monique Ravenstijn, eigenaar van twee supermarkten in West-Friesland. Zij noemt de reactie van ondernemers op het tabaksverbod een ‘morele vraag’, maar lijkt er toch voor te kiezen aparte tabakszaken te openen naast de winkels.

Van Dulmen rekent in het gesprek met Distrifood-hoofdredacteur Peter Garstenveld het verwachte omzet- en winstverlies voor. Grote supermarkten met een weekomzet van drie tot vier ton zullen 3 à 4 procent daarvan verliezen. “Op tabak wordt 8 procent marge gemaakt. Die grote winkels leveren dus € 40.000 tot € 50.000 nettorendement in”, stelt Van Dulmen. Kleinere winkels met een omzet van 50.000 euro per week halen volgens hem 14 tot 30 procent daarvan uit tabak. Dat scheelt ze dan 25 procent van hun winst. In combinatie met hoge huren en gestegen energieprijzen kan dat voor ondernemers die niet tijdig voor alternatieve inkomsten zorgen fataal blijken.

Servicebalie is eigenlijk tabaksshop
Grote supermarkten moeten de tabaksban positief gebruiken door de servicebalie weg te doen, meent Hos. “Ze noemen het wel servicebalies, maar dat zijn ze niet. Ze zijn een tabaksshop en PostNL-punt”, zegt hij. Volgens Hos is nu het moment om supermarkten te voorzien van een heel ander ‘uitzwaaigebied’, met zelfscankassa’s en ‘stewardessen’ die ‘supergastvrij en superstreng op het proces’ zijn. In de periode totdat het verkoopverbod van tabak ingaat kunnen sigaretten dan nog tijdelijk door die stewards uit een la worden gehaald.

Op de vraag of supermarktondernemers een aparte winkel moeten openen om rookwaren te kunnen blijven verkopen gaat de discussie met deze experts niet in. TabakNee constateerde in het afgelopen jaar al verschillende voorbeelden hiervan (12 december: Supermarkten openen steeds meer tabakswinkels, vergunningstelsel is noodzaak, 28 juli: Webwinkels en supermarkten openen nieuwe tabakszaken). Recent bleek ook weer dat een Plus-supermarkt in Almere een aparte tabakszaak opende.

Ander huisnummer
Jumbo-ondernemer Monique Ravenstijn staat zich er in haar column op voor dat zij al jaren rookvrije winkels heeft. In en rond de supermarkten wordt niet gerookt, werknemers roken ook in hun pauzes niet. Maar binnenkort worden de supermarkten ook tabaksvrij en daar is zij minder over te spreken. “De verkoop van rookwaren zag ik altijd als een onmisbaar onderdeel van een duurzaam verdienmodel. Want zonder dit geen gezonde bedrijfsvoering. Nu gaat de wereld er anders uitzien en waar kies je dan voor? Ik voor een bedrijf met een gezond verdienmodel, want uiteindelijk kun je pas goed doen voor een ander als je goed voor jezelf zorgt.”

Ook Ravenstijn vreest voor klanten die naar een concurrent gaan waar wel tabak in de buurt te koop is. “Ongeveer 5 procent omzetaandeel verliezen op een productgroep waar nagenoeg geen marge op zit, is niet heel erg”, schrijft ze. “De gevolgschade kan echter in sommige gevallen niet te overzien zijn. Waar kies je dan voor, ga je het nieuwe op je af laten komen? Of vraag je een nieuw huisnummer aan om een tabakswinkel met aanverwante producten te kunnen starten?”