Kabinet onderzoekt eenmalige tegemoetkoming AOW-hiaat voor Surinaamse ouderen

Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden voor een eenmalige onverplichte tegemoetkoming voor een groep ouderen uit de Surinaamse gemeenschap. Het gaat om ouderen van Surinaamse herkomst die voorafgaand aan de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 naar Nederland kwamen. Deze ouderen hebben geen volledige AOW opgebouwd omdat de jaren dat men in Suriname woonde niet meetellen voor de AOW-opbouw. Zij ervaren dat als een groot onrecht, aangezien Suriname toen wel deel uitmaakte van het Koninkrijk der Nederlanden. Hoewel een reparatie van de onvolledige AOW-opbouw niet mogelijk is, wil het kabinet onderzoeken of een gebaar van erkenning wel mogelijk is.

Minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen: “De gesprekken met ouderen uit de Surinaamse gemeenschap hebben een diepe indruk op mij gemaakt. In het vraagstuk rondom de onvolledig AOW ervaren zij groot onrecht. Ik begrijp die gevoelens. Daarom start het kabinet een onderzoek naar een eenmalige onverplichte tegemoetkoming, als gebaar van erkenning richting deze ouderen.”

De commissie Sylvester heeft op 1 juli 2021 geadviseerd deze groep ouderen een onverplichte tegemoetkoming te geven in verband met hun onvolledige AOW-opbouw. De Raad van State adviseerde daarna op 29 oktober dat er geen juridische aanknopingspunten zijn voor reparatie van de onvolledige AOW-opbouw. Naar aanleiding van dat advies concludeert het kabinet dat er geen mogelijkheden zijn om tegemoet te komen aan de onvolledige AOW-opbouw. In plaats daarvan onderzoekt het kabinet daarom of een eenmalige onverplichte tegemoetkoming als gebaar van erkenning wel mogelijk is. Het kabinet wil de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2023 informeren over de uitkomst van het onderzoek.