EU-lidstaten: EU-trainingsmissie voor Oekraïne en 500 miljoen extra uit de Europese Vredesfaciliteit

De EU-ministers van Buitenlandse Zaken hebben tijdens de Raad Buitenlandse Zaken besloten Oekraïne extra te steunen door middel van een EU-trainingsmissie en door nog eens € 500 miljoen beschikbaar te stellen vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF).

Minister Hoekstra: “Rusland zet het offensief tegen Oekraïne verder voort met verschrikkelijke raketaanvallen verspreid over het hele land, waarbij vitale civiele infrastructuur doelbewust wordt vernietigd en burgers slachtoffer worden. Belangrijk dat we als EU op een gecoördineerde en verenigde manier optreden, en Oekraïne nog meer steunen om zich te verdedigen tegen de Russische agressie. Daarom is het heel goed dat we met deze trainingsmissie als EU tegemoet komen aan de behoefte van Oekraïne aan militaire trainingen. Het extra geld vanuit het EPF stelt ons, en andere lidstaten, in staat om het Oekraïense leger materieel te blijven steunen.”

De EU Military Assistance Mission zal Oekraïense militairen trainen in onder andere Polen en Duitsland. Dit gebeurt op basis van waar Oekraïne zelf aangeeft behoefte aan te hebben, bijvoorbeeld op het gebied van ontmijning of specialistische trainingen. Het ministerie van Defensie onderzoekt de mogelijkheid van detacheringen bij het hoofdkwartier van de missie. Daarnaast wordt er gekeken naar de mogelijkheden om trainers en trainingen aan te bieden.

Met dit besluit wordt er voor de 6e keer € 500 miljoen ter beschikking gesteld vanuit het EPF. De totale steun vanuit het EPF bedraagt op dit moment € 3 miljard. Hieruit worden de leveringen van militair materieel aan Oekraïne deels gefinancierd. Naast Oekraïne wordt ook de steun aan andere landen gefinancierd uit het EPF. Nederland vindt het belangrijk dat deze steun voortgezet kan worden.

“Maar de bestedingslimiet van het EPF begint nu in zicht te raken. Om onze steun aan Oekraïne en de impact van onze wapenleveranties ook op de lange termijn vol te houden, is het verstandig hier voldoende ruimte voor te creëren”, aldus minister Hoekstra.