Studie: sporen mRNA-vaccins gedetecteerd in moedermelk, gewoon borstvoeding geven

Amerikaanse artsen troffen kort na de coronavaccinaties sporen aan van het mRNA-preparaat in moedermelk bij moeders die borstvoeding gaven. Zowel de onderzoekers zelf als diverse experts blijven vrouwen die borstvoeding geven adviseren om zich te laten inenten.

In een kleine studie analyseerde een team onder leiding van neonatoloog Nazeeh Hanna van het NYU Langone Hospital in New York melkmonsters van elf vrouwen die eerder de mRNA-preparaten van Moderna of Biontech/Pfizer hadden gekregen. Met behulp van een zeer gevoelige methode onderzochten de wetenschappers in totaal 131 melkmonsters van de vrouwen, die afkomstig waren uit een periode van maximaal vijf dagen na de corona-vaccinatie. De onderzoekers vonden sporen van de vaccins in in totaal zeven monsters van vijf deelnemers. Geen van de melkmonsters die positief testten op mRNA-sporen is later dan 45 uur na de vaccinatie genomen.

Experts: Geen vaccinatiebeperkingen voor moeders die borstvoeding geven
De onderzoekers speculeren dat nanodeeltjes die het mRNA bevatten via de bloedbaan of het lymfestelsel de borstklieren kunnen bereiken. In het onderzoek is niet onderzocht of het mRNA nog actief was, d.w.z. theoretisch zou kunnen leiden tot de vorming van eiwitten. Desgevraagd benadrukte de Duitse Vereniging voor Gynaecologie en Verloskunde (DGGG) dat mRNA 'na orale inname in de maag van de baby wordt afgebroken' en de bloedbaan van de pasgeborene niet bereikt.

De Amerikaanse artsen leiden geen veiligheidsrisico's af uit het bewijsmateriaal. Ook na een mRNA-vaccinatie tegen Covid-19 is borstvoeding veilig, schrijven ze in een vakblad. De DGGG wijst erop dat de vaccinatie niet alleen de moeder beschermt tegen een ernstig beloop van Covid-19, maar ook de kans op een Sars-CoV-2-infectie bij het kind verkleint. Op basis van deze overwegingen lijkt het niet verstandig om het vaccinatieadvies van moeders die borstvoeding geven aan banden te leggen, benadrukt de vakvereniging.