NASCAR-coureur Larson wint mooie race op The Glen, Räikkönen maakt indruk

We keren nog even terug naar de zondagavond, want op het circuit van Watkins Glen stond weer een fraaie race op het programma in de NASCAR Cup Series. De races op de road courses zijn lang niet altijd even interessant in de NASCAR-racerij, maar dit keer was het zeker vermakelijk op The Glen.

Vooraf waren veertien van de zestien playofftickets al vergeven, Kurt Busch was al zo goed als zeker van de vijftiende. Daarmee waren er nog twee coureurs over voor één ticket: Ryan Blaney en Martin Truex Jr, één van hen zou er in elk geval naast gaan grijpen - als een andere nog niet geplaatste coureur zou winnen hadden ze zelfs beiden pech.

De race begon een goede twee uur later dan gepland in elk geval met Chase Elliott op poleposition en Kyle Larson naast hem, gevolgd door Michael McDowell, Tyler Reddick en AJ Allmendinger - verder achter in het veld zagen we met debutant Kimi Räikkönen, Mike Rockenfeller, Loris Hezemans en Daniil Kvyat een mooi internationaal gezelschap.

Uitgerekend road course-specialist Allmendinger ging in de eerste bocht in de rondte, terwijl McDowell zich naar voren reed en na een paar ronden de leiding pakte. McDowell kwam als eerste van de mannen voorin nieuwe banden halen, de baan was inmiddels genoeg opgedroogd om het op de slicks te proberen.

Door de timing van de stops kon Chase Briscoe de leiding overnemen, met McDowell en Chris Buescher achter hem. Vlak voor het einde van de stage kwamen Elliott, McDowell en Buescher nieuwe brandstof halen - Briscoe won zo de eerste stage, ruim voor Tyler Reddick en Daniel Suarez.

Niet iedereen kwam tijdens de caution een pitstop maken en met Todd Gilliland, Joey Logano, Ty Dillon en McDowell voorop - en Räikkönen met Hezemans op tien en elf - konden we door. In de tweede stage werd voorin prima geknokt en was het Logano die daar de sterkste bleek en de stage won, voor Kyle Busch, McDowell, Elliott en Ty Dillon.

Kyle Busch kon achteraan aansluiten bij de volgende herstart, want bij de pitstop stonden er teveel mensen van zijn team aan de verkeerde kant van de muur. McDowell had bij de herstart - halverwege de race - de leiding, voor Elliott, Joey Hand, Buescher, Larson en Christopher Bell.

Een paar bochten na de start was de volgende caution een feit: Austin Dillon spinde en daarbij werd de zo sterk debuterende Räikkönen uitgerekend door Hezemans tegen de muur getikt, waardoor zijn race voorbij was. Met McDowell, Elliott en Hand voorop konden we dan echt weer door, Hezemans reed op de twintigste plek.

Nadat in principe iedereen zijn laatste stop had gemaakt knokten Elliott en Larson, de twee mannen van de voorste startrij, 'gewoon' weer om de eerste plaats. Een spin van Hand zorgde voor een korte caution, waarna Elliott en Larson voor McDowell en de knap teruggekomen Allmendinger weer om de voorste plekken konden knokken.

De volgende caution liet niet lang op zich wachten en voor de Nederlandse fans was dat om een ongelukkige reden: Hezemans gleed de grindbak in en stond muurvast. Wederom waren het Elliott en Larson die voorop reden bij de herstart, voor Allmendinger en Logano en met playoffconcurrenten Truex en Blaney naast elkaar rond de twintigste plek.

Larson verremde zich bij de herstart een beetje en duwde Elliott zo achter Allmendinger, terwijl hij zelf wel de leiding vast kon houden. Het leverde Larson uiteindelijk de winst op, Allmendinger pakte een knappe tweede plek en Logano werd derde, voor Elliott - Hezemans werd uiteindelijk 33e.