Echtpaar hoeft woning in Rhenen niet te verlaten: illegale prostitutie niet bewezen

Een echtpaar in Rhenen hoeft hun huurwoning vooralsnog niet te ontruimen omdat er sprake zou zijn van illegale prostitutie. Dat oordeelt de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland.

Volgens de woningstichting die de woning verhuurt heeft de gemeente Rhenen eerder dit jaar geconcludeerd dat de huurders in de woning een illegaal seksbedrijf exploiteren. Daarnaast zouden ze voor geluidsoverlast zorgen. De woningstichting wil daarom dat het echtpaar de woning verlaat, maar de voorzieningenrechter wijst dat verzoek af: illegale prostitutie ín de woning is niet bewezen.

Constateringen
Naar aanleiding van meldingen over prostitutie en nachtelijke geluidsoverlast deed de gemeente Rhenen onderzoek. In oktober 2021 is ook een controle in de woning uitgevoerd. Volgens de gemeente zijn toen onder andere grote hoeveelheden condooms, glijmiddel en massageolie aangetroffen. Bovendien vond de gemeente Rhenen online advertenties voor seksuele dienstverlening en bleken de bewoners allebei bij de Kamer van Koophandel ingeschreven te staan met eenmanszaken in persoonlijke dienstverlening. Op grond van deze bevindingen concludeerde de gemeente dat het echtpaar in de woning een illegaal seksbedrijf exploiteerde. De gemeente heeft hen vervolgens per brief gewaarschuwd dat dit zonder vergunning niet mag. Ook de woningstichting is geïnformeerd. Die stelt dat de huurders zich niet aan de huurovereenkomst hebben gehouden en willen dat zij de woning ontruimen.

Escortbedrijf
De huurders ontkennen niet dat zij zich bezig hebben gehouden met prostitutie (ze zijn inmiddels gestopt), maar zij stellen dat het ging om een escortbedrijf. Hun activiteiten zouden niet ín de woning, maar bij de klanten thuis of elders hebben plaatsgevonden. Volgens de voorzieningenrechter duiden de bevindingen van de gemeente op prostitutie, maar kunnen ze niet leiden tot de conclusie dat die prostitutie ook in de woning plaatsvond. In de huurovereenkomst staat dat de woning enkel als woonruimte gebruikt mag worden. De woningstichting heeft in dit kort geding onvoldoende onderbouwd dat de huurders zich niet aan die huurovereenkomst hebben gehouden.

Geluidsoverlast
Het echtpaar zou de woning ook moeten verlaten vanwege geluidsoverlast. Het gaat volgens de woningstichting om kreungeluiden en harde muziek. Ook zou de huurder intimiderend zijn richting andere bewoners. Maar ook in dit geval oordeelt de voorzieningenrechter dat een voldoende onderbouwing van de woningstichting ontbreekt.

De overlastmeldingen zijn niet in de procedure ingebracht. Dat de melders van de overlast anoniem willen blijven, betekent nog niet dat de woningstichting niet kan toelichten hoe vaak de meldingen binnenkomen, om hoeveel omwonenden het gaat, wat de inhoud is en wat naar aanleiding daarvan al is ondernomen. Daarbij komt dat de huurders zelf ook stellen last te hebben van overlast van andere huurders waarvoor zij bij de woningstichting geen gehoor vinden. Al met al oordeelt de voorzieningenrechter dat de huurders voorlopig in de woning mogen blijven wonen. In ieder geval tot de uitspraak in een eventuele bodemprocedure.