Man die vriendin om het leven bracht handelde uit noodweer, wél straf voor verbergen lichaam in auto op parkeerplaats hotel

Een 37-jarige man die in september vorig jaar zijn vriendin om het leven bracht handelde uit noodweer. De rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de man zich mocht verdedigen tegen het geweld van zijn vriendin. Wel is de man strafbaar voor het dagenlang verborgen houden van het lichaam van zijn vriendin. Voor dat feit is de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden.

Ruzie in chalet
In zijn chalet in Voorthuizen krijgt de man in de nacht van 28 op 29 september vorig jaar ruzie met zijn 34-jarige vriendin. De vrouw gedraagt zich daarbij agressief en pakt een mes waarmee ze dreigt. In het verloop van die ruzie is de man bovenop de vrouw gaan zitten, heeft de keel op van de vrouw gedrukt waardoor ze geen adem kreeg. Hierdoor is de vrouw overleden. De man verklaarde vanaf het begin dat hij en zijn vriendin ruzie hadden en dat zij – onder invloed van alcohol en drugs – hevig tegen hem tekeer is gegaan. Zo heeft zij een spiegel en de telefoon van de man kapot gemaakt. Daarna heeft ze hem geslagen, gekrabd en is ze vervolgens met een mes op hem afgekomen en dreigde ze hem te doden.

Volgens de man sloeg hij het mes uit haar hand. Omdat zij zich agressief bleef gedragen sloeg hij haar in haar gezicht waardoor zij viel. Daarna is hij op haar gaan zitten. Omdat zij nog steeds agressief bleef heeft hij, met de bedoeling om haar rustig te krijgen, zijn hand op haar keel gelegd. Toen hij merkte dat ze niet meer bewoog heeft hij haar losgelaten. Daarna heeft hij het lichaam van haar naar haar auto gesleept en haar op de achterbank gezet en is vervolgens naar een hotel in Eemnes gereden. Daar heeft hij de auto met het lichaam van de vrouw geparkeerd.

Halfbroer belt politie
Pas op 7 oktober werd het lichaam van de vrouw gevonden nadat de man aan een halfbroer opbiecht dat hij zijn vriendin heeft gedood. In de dagen daaraan voorafgaand is een grote zoekactie op touw gezet om de – toen – vermiste vrouw te zoeken. De halfbroer heeft vervolgens de politie ingeschakeld en heeft hij verteld aan de politie waar het lichaam van de vrouw lag.

Noodweer
Juridisch heeft de man zich schuldig gemaakt aan mishandeling met de dood tot gevolg. Er is namelijk geen sprake van voorbedachten rade (nodig voor moord), opzet (nodig voor doodslag) of zware mishandeling (de verwondingen van de vrouw passen – juridisch – niet bij een zware mishandeling). Voor wat betreft de strafbaarheid gelooft de rechtbank het verhaal van de verdachte; noodweer. Allereerst wordt dit ondersteund door sporenonderzoek in het chalet en andere bewijsmiddelen in het dossier. Zo verklaren meerdere voormalige partners van de vrouw dat zij agressief kon worden en zelfs al eerder door haar met een mes gestoken. Daarnaast komt het letsel van de vrouw én de man overeen met zijn lezing van wat er die nacht gebeurd is. De man mocht zich verdedigen tegen de, zoals dat juridisch heet, onmiddellijke, wederrechtelijke aanval. Ook was het voor de man geen reële optie geweest om het kleine chalet te ontvluchten. De vrouw kon nog bij het mes en zij leek niet te kalmeren.

De rechtbank heeft ook gekeken of het geweld dat de man gebruikte, namelijk het drukken op de keel, buitenproportioneel was. Dat was niet het geval. Uit onderzoek op het lichaam van de vrouw blijkt dat de kwetsbare onderdelen van haar keel en hals nog intact waren. Er kan niet worden geconcludeerd dat de man met veel kracht haar keel heeft dichtgeknepen. Verder verklaarde de man vanaf het begin dat zijn doel was om zijn vriendin rustig te krijgen. Hij mocht zich dus verdedigen tegen zijn – op dat moment – agressieve vrouw en het geweld dat hij gebruikte was niet buitenproportioneel. Dat betekent dat er sprake is van noodweer en dat het feit niet strafbaar is.

Respectloos en verwerpelijk omgegaan met lichaam
Dat ligt anders voor het tweede strafbare feit waarvoor de officier van justitie de man vervolgde: het verborgen houden van het lichaam. Hij heeft na de ruzie het lichaam over de grond gesleept en op de achterbank van haar auto gelegd. Vervolgens heeft hij het lichaam bedekt met een dekbed en deurmatten. De wijze waarop hij is omgegaan met het lichaam is respectloos en verwerpelijk. Hij heeft geen enkele eerbied getoond en zorgde ervoor dat zijn vriendin geen tijdige en waardige uitvaart kon krijgen.

Bovendien heeft hij door het lichaam ruim een week verborgen te houden ervoor gezorgd dat een grote zoekactie op touw werd gezet en heeft hij de nabestaanden en de autoriteiten in grote onzekerheid gelaten. Tot slot weegt de rechtbank mee dat de auto geparkeerd werd op een openbare parkeerplaats en dat het lichaam ook door nietsvermoedende voorbijgangers gevonden had kunnen worden. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een zeer hoge mate van verwijtbaarheid. Daarom is de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden.