Halsema: "Opdrachtgevers voor cocaïnehandel zitten grotendeels in Amsterdam"

Burgemeester Femke Halsema heeft samen met de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb een brief aan de Tweede Kamer geschreven waarin ze hun zorgen uiten over de drugseconomie. De criminaliteit speelt vooral in Amsterdam en Rotterdam: "Wij dreigen terecht te komen in een criminele en geweldscultuur die geleidelijk Italiaanse trekken krijgt." Zo meldt AT5.

Leden van de Tweede Kamer zijn op 7 juni in gesprek gegaan met de twee burgemeesters over criminaliteit. In dat gesprek hebben Halsema en Aboutaleb gevraagd om meer prioriteit te geven aan het voorkomen van drugshandel. Ze omschrijven Nederland als 'internationeel knooppunt in de cocaïnehandel', met Amsterdam en Rotterdam in de hoofdrol.

Amsterdam wordt gezien als de kern van de drugshandel. "De ‘kop van de slang’ - de criminele opdrachtgevers voor cocaïnehandel – zit in overgrote mate in Amsterdam", schrijven ze in de brief. "Van de criminele drugsclusters in Nederland, is driekwart overheersend Amsterdams." De kwetsbare lokale gemeenschappen in de stad worden volgens de burgemeesters vergiftigd door crimineel geld.

Uit onderzoek van de gemeente in de Wildemanbuurt in Nieuw-West kwam dat van de ongeveer vijfduizend inwoners er 156 deel uitmaken van het criminele circuit. "Dat is samen goed voor 2995 geregistreerde incidenten (19 per persoon), veelal gelieerd aan drugshandel." AT5 bezocht de probleembuurt eind vorig jaar.

Halsema haalt ook het geweld aan dat bij deze criminaliteit hoort: "Met als tragisch dieptepunt de moorden op de broer van de kroongetuige, advocaat Derk Wiersum en journalist Peter R. De Vries." Die laatste liquidatie wordt vandaag behandeld in de rechtbank. "Deze delicten worden vaak gepleegd door minderjarige en soms zwakbegaafde, gewelddadige daders."

Zakencentrum voor criminaliteit
De stad wordt volgens de burgemeester misbruikt als zakencentrum voor deze criminaliteit. Bijvoorbeeld door internationale ondergrondse drugshandel en dienstverleners in de stad. Naar schatting wordt tussen de 15 en 30 miljard verdiend met criminele cocaïnehandel: "Onze stedelijke economieën worden ontwricht door criminele investeringen, inmenging in de stedelijke cannabissector en in de toerismesector."

De Amsterdamse driehoek heeft geld nodig om zich te kunnen richten op kwetsbare wijken en jonge criminelen. De burgemeesters willen dat er meer versterking bij de politie en het Openbaar Ministerie komt. Daarbij moet er meer worden samengewerkt: "Om de cocaïneketen en criminele netwerken effectief te kunnen verstoren is een sterke intelligencepositie onontbeerlijk. Daarvoor dienen de landelijke en regionale partners de krachten verder te bundelen", staat in de brief.

Ook willen ze dat wetswijzigingen meer voorrang krijgen. Zo zou bijvoorbeeld het delen van lokale informatie over drugshandel en -netwerken met landelijke diensten zoals de politie en belastingdienst makkelijker moeten worden. De burgemeesters willen dat hun steden worden betrokken bij het herzien van zulke wetten: "We zien graag dat onze regio’s gebruikt worden om het nieuwe beleid rond het delen van gegevens vorm te geven, wellicht in een experiment vorm."

Twintig tot dertig jaar nodig
Er is volgens Halsema en Aboutaleb een aanpak van twintig tot dertig jaar nodig om de drugsproblemen structureel op te kunnen lossen: "Dit is onder andere nodig om kwetsbare wijken te versterken en jongere generaties door preventie langdurig een gewenst maatschappelijk perspectief te bieden."

De Kamer debatteert vanavond over de problematiek en de oproep van de twee burgemeesters.