'Overheid moet ondernemers nu duidelijkheid geven over stikstofcrisis'

Sinds het begin van de stikstofcrisis in 2019 is te weinig gebeurd om de vergunningverlening weer op gang te brengen. De gevolgen daarvan zijn evident: bouwen en bedrijvigheid met stikstofuitstoot tot gevolg werden onzeker, bijvoorbeeld voor een bestaande agrarische onderneming, een fabriek of woningbouw.

Daarmee is het een hoofdpijndossier geworden voor veel ondernemingen en projecten. Onterecht zijn zij het slachtoffer van een gebrek aan doortastendheid bij de overheid. Een substantiële en structurele aanpak is dus nodig, maar tegelijkertijd zal op korte termijn initiatief genomen moeten worden om deze ondernemingen en projecten duidelijkheid te bieden.

Zo zijn initiatieven nodig voor projecten die niet jarenlang kunnen wachten op de beschikbaarheid van stikstofruimte en die onevenredig worden geraakt. Denk aan projecten op het gebied van energietransitie en woningbouw. Zulke activiteiten, met een geringe stikstofdepositie, kunnen eenvoudiger worden toegestaan.

Niet elke toename van stikstofdepositie op een overbelast gebied leidt namelijk tot significante effecten, en dus zou een (hogere) grenswaarde gehanteerd kunnen worden. Zeker wanneer meer inzicht bestaat in de huidige toestand van de natuur, gebiedsgerichte maatregelen en effecten daarvan.

Europese jurisprudentie biedt hiervoor ruimte, en in andere landen zoals Duitsland wordt dit met succes toegepast. Ook het inzetten van eigen stikstofruimte moet mogelijk blijven. Rechtbankjurisprudentie stelt op dit punt wel enige grenzen, maar sluit het ‘salderen’ in het algemeen terecht niet uit. Salderen komt bijvoorbeeld van pas bij wijzigingen in de industrie die gericht zijn op verduurzaming.

Ook het ondersteunen van lokale initiatieven voor het uitwisselen van stikstofruimte is mogelijk. Zodra meer duidelijk is over de uitvoering van de natuurherstelmaatregelen en stikstofreductie, inclusief tijdpad, zal het ook makkelijker worden om stikstofruimte uit te wisselen. Ook hierom is het van belang dat de minister vol blijft inzetten op de acties in haar de Kamerbrief van 1 april jl. Daarnaast kan de zware ‘ADC-toets’ worden ingezet, waarmee het mogelijk is om voor ontwikkelingen van groot openbaar belang onder voorwaarden zoals compensatie alsnog toestemming te verlenen, ook bij negatieve effecten op de natuur.

Terwijl de overheid werkt aan houdbare vergunningverlening op de lange termijn, kan zij ondernemingen en projecten die op dit moment in onzekerheid verkeren, alsnog te hulp komen. De PAS-uitspraken zijn inmiddels drie jaar oud: laten we niet nog eens drie jaar wachten tot er een robuust en eenvoudiger systeem van toestemmingverlening voorhanden is.