Zorgen om veiligheid in Amsterdams complex waar jongeren en statushouders wonen

Juul de Nijs en Nafysa St. Luce hadden tot voor kort allebei een kamer in Stek Oost, een wooncomplex in de wijk Watergraafsmeer in Amsterdam. Er wonen 125 Nederlandse jongeren en 125 statushouders. De twee zijn verhuisd omdat ze zich niet veilig voelden in het complex. Meerdere malen vroegen ze woningcorporatie Stadgenoot om iets aan de situatie te doen, maar in hun ogen veranderde er te weinig.

"Je leeft eigenlijk met de constante verwachting van: binnenkort zal er wel iets gebeuren, het is al te lang stil. Iemand zal 'm wel weer flippen. Op welke manier is het dit keer?", zegt Juul. Ze woonde twee jaar in het complex. "Het is een hartstikke mooi idee", zegt Nafysa, die een week geleden verhuisde. "Mensen helpen en een steentje bij kunnen dragen aan de maatschappij."

Maar in de praktijk blijkt het al snel niet zo mooi als ze verwacht hadden. Meerdere statushouders zorgen volgens hen voor overlast. "Stalking, seksueel overschrijdend gedrag, heel veel geweld, vrouwonvriendelijk gedrag. Dingen die de hele tijd gestolen en stukgemaakt werden", sommen ze op wat ze in het gebouw hebben meegemaakt. Een van de statushouders wordt verdacht van zes zedenmisdrijven ten opzichte van bewoners van het complex.

"Toen ik hier heenreed merkte ik dat ik gelijk al weer heel veel spanning opbouwde in mijn lichaam en dat ik mijn gedrag best wel heb veranderd sinds ik hier ben gaan wonen", zegt Juul. "Veel meer over mijn schouder kijken. Ik heb meerdere ervaringen gehad met mannen die ik wilde helpen hier voor de gemeenschap, bijvoorbeeld met hun taal, die iets heel anders wilden. En dat heeft ervoor gezorgd dat ik me veel meer in mezelf ben gaan keren."

Rondom het complex spreekt AT5 nog een vrouw die zegt dat er dingen misgaan en dat ze zich niet altijd veilig voelt. Ze wil hier niet op camera iets over zeggen. Ook spreken we een Nederlandse jongen die zegt dat zijn contact met de statushouders goed is, dat hij persoonlijk geen overlast ervaart en al een jaar met plezier in het complex woont.

Vanaf het eerste moment dat Juul en Nafysa overlast ervaren, zoeken ze contact met woningcorporatie Stadgenoot. In hun ogen doet de corporatie te weinig om de problemen op te lossen. "We kennen de klachten", zegt een woordvoerder van Stadgenoot. "Voor ons staat veiligheid van mensen voorop. Er wordt al ontzettend veel gedaan om ervoor te zorgen dat het veilig is. Het beeld dat geschetst wordt dat er niets gebeurt, daar herkennen wij ons niet in."

Meer begeleiding
Zo zegt Stadgenoot onder meer dat er een actieplan is, dat er veiligheidsbijeenkomsten zijn en dat er spreekuren zijn waarin mensen hun klachten kunnen uiten. Ook zeggen ze dat bewoners met hun klachten terecht kunnen bij de servicebeheerder. Dingen waarvan Juul en Nafysa dus zeggen dat ze tot nu toe niet tot grote veranderingen hebben geleid. Meer (mentale) begeleiding voor de statushouders, die soms uit traumatische oorlogssituaties komen, zou in hun ogen kunnen helpen.

Stadgenoot laat weten nu al zo veel mogelijk aan begeleiding te doen. "Er zijn momenteel zeven communitybuilders die worden begeleid door de Academie van de Stad die in Stek Oost wonen. Zij organiseren verschillende activiteiten voor de bewoners, zoals taallessen en samen koken. Ook hebben ze een signaalfunctie naar de servicebeheerder en is er regelmatig overleg met bewonerscommissie en de gemeente. Daarnaast vragen we aan de jongere niet-migranten om een buddy te zijn voor een statushouder en activiteiten te organiseren."

Blijvende verandering
Ook het feit dat het grote merendeel van de statushouders man is, komt de veiligheid volgens Juul en Nafysa niet ten goede. Stadgenoot laat weten daar niets aan te kunnen veranderen, omdat zij niet gaan over wie op welke locatie komt te wonen. "Ook is het wettelijk gezien is het niet toegestaan om een screening te doen op trauma’s en psychische problemen", zegt de woordvoerder van Stadgenoot tot slot.

Maar voor Juul en Nafysa is dat dus niet genoeg. Hoewel ze niet meer in het complex wonen, blijven ze hopen op verbetering. "Ik wil geen woorden meer maar daden van Stadgenoot", zegt Juul. "En ik wil niet één keer iets leuks, ik wil blijvende verandering."