Familie moet ruim 300.000 euro betalen voor illegale vuurwerkhandel

Een Udense familie moet in totaal ruim 300.000 euro aan de Staat betalen. Volgens de rechtbank Oost-Brabant is dit de illegale winst die de vader, moeder en zoon met hun bedrijf maakten voor de import en verkoop van illegaal vuurwerk.

De politie viel in 2008 het bedrijf van de familie binnen, dat opslagloodsen had in Uden, Nistelrode en in Duitsland. Daarbij werden zeecontainers vol illegaal vuurwerk aangetroffen. De familie importeerde dit vuurwerk op grote schaal uit China. De rechtbank veroordeelde de familie, hun bedrijf en een medewerker van dit bedrijf in 2013 tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. In hoger beroep kreeg de zoon een celstraf van 21 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk. De vader en moeder kregen ieder een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden en moesten daarnaast een boete betalen van 100.000 euro. De medewerker kreeg 3 maanden voorwaardelijk en een werkstraf van 180 uur.

Het te ontnemen bedrag valt een stuk lager uit dan door de officier van justitie was gevorderd. Volgens de officier van justitie maakte de familie in totaal ruim 7 miljoen euro illegale winst met de import en verkoop van vuurwerk. De rechtbank vindt de benadering van de officier van justitie niet realistisch. Zij is er bij de berekening onder meer van uitgegaan dat het bedrijf de totale keten van groothandel tot consument in handen zou hebben, terwijl het strafdossier geen aanwijzingen bevat dat het bedrijf ook de verkoop aan consumenten voor haar rekening nam. De rechtbank vindt het aannemelijker dat ook in de illegale tak sprake is van tussenhandelaren die daaraan verdienen, zodat niet alle winst uit de keten kan worden toegerekend aan het bedrijf. Daarnaast gaat de rechtbank uit van een kleinere hoeveelheid vuurwerk dan waarmee de officier van justitie heeft gerekend. De rechtbank komt uit op een totale illegale winst van zo'n 318.000 euro.

De verdeling van de winst per persoon is niet op te maken uit de stukken die de rechtbank ter beschikking heeft, zodat de rechtbank hiervan een schatting moet maken. De rechtbank gaat uit van een illegale winst van ruim 1.800 euro voor de medewerker van het bedrijf en ruim 25.000 euro voor het bedrijf zelf. Die bedragen haalt de rechtbank van de totale winst af. De rechtbank deelt de overige verdiensten niet door 3, maar gaat uit van de rolverdeling binnen de organisatie. De zoon was de spil in het geheel en daarom rekent de rechtbank 70% van de totale illegale winst aan hem toe. Dit komt neer op een bedrag van ruim 183.000 euro. De vader moet 20% van de illegale winst betalen: ruim 52.000 euro. De moeder moet de resterende 10% betalen: ruim 26.000 euro. Deze bedragen zijn verminderd met 10% vanwege de langdurige overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen deze ontnemingszaak had moeten worden afgedaan.