Vechtafspraken groter risico voor burger en politie

Groepen die afspraken maken om te vechten doen dit steeds vaker in de openbare ruimte. Burgers en ondernemers lopen daardoor een grotere kans om slachtoffer te worden van geweld. Ook zoeken vechtgroepen vaker bewust de confrontatie met de Mobiele Eenheid. Dit blijkt uit een onderzoek van bureau Beke in opdracht van de politie.

Het rapport van Politie en Wetenschap en bureau Beke is een vervolg op een onderzoek dat vier jaar geleden is afgerond. Toen ging het om groepen, meestal voetbalsupporters, die met elkaar afspraken maken om te knokken in een afgelegen gebied. De onderzoekers zien dat deze vechtafspraken tegenwoordig ook worden gemaakt in woonwijken en bij uitgaansgelegenheden. Mensen die niks met de vechtpartijen te maken hebben, kunnen er daardoor wel in terechtkomen en er slachtoffer van worden.

Frank Paauw, portefeuillehouder Geweld tegen de politie en Voetbal, vindt de uitkomsten van het onderzoek zorgelijk. ‘Naast het fenomeen vechtafspraken speelt de ontwikkeling dat politie vaker gericht doelwit is van geweldplegers in de openbare ruimte, soms tussen de onschuldige burgers en dat is absoluut onwenselijk. De vele coronademonstraties op het Museumplein zijn daar een voorbeeld van. Ook daar stonden burgers die vreedzaam aan het protesteren waren ineens tussen geweldplegers die het hadden gemunt op de politie. Een totaal onwenselijke situatie waar we als politie onze aandacht al nadrukkelijk op richtten én in zullen blijven investeren. Als we informatie hebben van ophanden zijnde vechtafspraken, dan maken we zo’n afspraak stuk of stellen een strafrechtelijk onderzoek in.’

Politiemensen gewond
Bij de gewelddadige escalaties die vorig jaar onder meer in Amsterdam en Rotterdam hebben plaatsgevonden raakten meerdere politiemensen gewond en in Rotterdam voelden politiemedewerkers zich genoodzaakt om hun dienstwapen te gebruiken. ‘Deze ernstige situaties maken dat wij als politie extern onderzoek laten doen om mee te denken naar aanvullende (less lethal) geweldsmiddelen voor de Mobiele Eenheid, zodat onze mensen zo veilig mogelijk voor henzelf en de geweldplegers een situatie zo snel mogelijk onder controle kunnen krijgen. Deze onderzoeksbevindingen kunnen we uiteraard ook meenemen in onze inzet en strategie bij vechtafspraken.’

Andere strategie
Vechtgroepen blijven soms relatief anoniem voor de politie zo lang zij niet in het publieke domein vechten. De onderzoekers vragen zich af of dit de beste strategie is. Ze zien dat de groepen steeds beter georganiseerd zijn. Dat in combinatie met de andere ontwikkelingen zorgt ervoor dat de groepen een potentieel gevaar vormen voor burgers en politiemensen. De onderzoekers pleiten daarom voor een andere strategie om de omgang met de vechtgroepen beheersbaar te houden. Zo pleiten zij voor een betere informatiepositie. Als de kennis over het fenomeen breder wordt gedeeld, verbetert de preventieve en repressieve aanpak.

Informatiepositie en persoonsgerichte aanpak
Frank Paauw gaat met de aanbevelingen aan de slag. ‘We gaan onze informatiepositie nog verder verbeteren, zodat we zoveel mogelijk aan de voorkant komen te zitten. Daarnaast is de persoonsgerichte aanpak effectief gebleken bij geweldplegers, dus waar het kan zullen we die aanpak ook zeker toepassen. Natuurlijk is ook de signalerende rol van collega’s en burgers van grote meerwaarde. De deelnemers aan de vechtafspraken zijn weliswaar niet happig om informatie met de politie te delen, maar wellicht zijn hun vaders, moeders of vriendinnen die zorgen hebben over de vechtafspraken van hun naasten, dit wel. Desnoods anoniem. Goede informatie helpt ons immers bij het aanpakken van dit fenomeen.’