NASCAR: close racing op superspeedway Talladega

In de NASCAR Cup Series is zondagavond alweer de tiende race van het seizoen afgewerkt. Op de grote Talladega Superspeedway stond de GEICO 500 op het programma, wat weer voor veel close racing op uiterst hoge snelheid zorgde.

We begonnen met Christopher Bell en Martin Truex op de eerste rij, gevolgd door Daniel Hemric, Daniel Suarez, Kyle Larson en Kurt Busch. Het veld kabbelde bijna de hele eerste stage lekker door, met constant wisselende treintjes, zoals we kennen van de superspeedways.

Met drie ronden te gaan in de stage ging het dan toch fout: Hemric's auto viel stil, Austin Dillon tikte hem in de rondte en daarna werd Hemric hard geramd door Chase Briscoe, die ook nog eens hard tegen Chris Buescher knalde. Iedereen was ok, maar Briscoe kon wat anders gaan doen en Bubba Wallace pakte ondertussen de stagewinst.

Met Larson en William Byron voorop kon stage twee beginnen, tot een stilvallende veteraan Greg Biffle voor een caution zorgde. Die werd bijna gelijk gevolgd door een volgende caution: BJ McLeod ging in de rondte. Ook de volgende herstart ging niet goed: Joey Logano werd door Wallace de muur in gestuurd, waarna hij terug de baan op stuiterde en Ty Dillon hard raakte, met een kettingreactie tot gevolg.

Niet alleen Logano en Dillon waren klaar, ook Ricky Stenhouse Jr en Suarez konden inpakken, terwijl Byron en Elliott de leiding pakten bij de herstart. Cody Ware was in het achterveld de volgende die in de rondte ging: de schade bleef beperkt tot hemzelf, maar de volgende caution was wel een feit.

Byron hield de touwtjes keurig in handen en pakte de tweede stage, voor Elliott. Wisselende plannen bij de pitstops, met name wat betreft het aantal nieuwe banden onder de auto, schudde het veld iets op: bij de herstart hadden Erik Jones en Kyle Busch de eerste startrij in handen, maar Elliott, Larson en Byron waren zeker niet ver weg.

Dit keer ging het redelijk soepel richting de laatste vijftien ronden, waarbij Larson, Jones en Byron het veld aan bleven voeren. Met drie ronden te gaan begon het flink rommelig te worden, terwijl Denny Hamlin's brandstop op was en hij door het wegzakken zorgde voor een kleine breuk in de grote groep.

Jones, Larson, Ross Chastain en Kurt Busch gingen in die volgorde de slotronde in, waarin het toch nog even fout ging: onder meer Kurt Busch en Wallace stevig tegen de muur knalden. Jones deed dat niet, maar in de laatste meters werd hij wel gepasseerd: Chastain kwam onderdoor en ging er met de overwinning vandoor, voor Austin Dillon en Kyle Busch.