WHO-chef vindt dat er onevenredig veel aandacht naar 'blank' Oekraïne gaat

De directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, Tedros Adhanom Ghebreyesus, heeft kritiek geuit op het feit dat de wereldgemeenschap zich momenteel bijna uitsluitend concentreert op de oorlog in Oekraïne.

Hulp aan Oekraïne is "erg belangrijk" omdat het "de hele wereld beïnvloedt", zei hij. Maar de provincie Tigray in Ethiopië, Jemen, Afghanistan of Syrië krijgt niet dezelfde aandacht.

"Ik weet niet of de wereld echt evenveel aandacht schenkt aan zwarte- als aan witte levens", zei Tedros op een persconferentie.

"Ik moet bot en eerlijk zijn dat de wereld de mensheid niet op dezelfde manier behandelt. Sommigen zijn gelijker dan anderen. En als ik dit zeg, doet het me pijn. Omdat ik het zie. Heel moeilijk te accepteren, maar het gebeurt,"  zei hij.

Tedros, die uit Tigray komt, zei dat de Verenigde Naties hadden vastgesteld dat 100 vrachtwagens per dag levensreddende humanitaire hulpgoederen nodig waren voor de Ethiopische regio.

In Tigray brak er in november 2020 oorlog uit tussen de TPLF - een groep die bijna drie decennia lang de Ethiopische politiek domineerde - en de regering, na maanden van sudderende spanning.

Bij de gevechten zijn duizenden mensen omgekomen, waaronder burgers, terwijl miljoenen mensen dringend humanitaire hulp nodig hebben. De federale regering in Tigray wordt ervan beschuldigd de hulpverlening te belemmeren.

Alle strijdende partijen zouden buitengerechtelijke executies hebben gepleegd en seksueel geweld hebben gebruikt.

De VN noemt Jemen de ergste humanitaire crisis ter wereld.

In Afghanistan zeggen de VN dat 24 miljoen mensen humanitaire hulp nodig hebben om te overleven.

Syrië is al 11 jaar in burgeroorlog. Ongeveer een half miljoen mensen zijn gedood en miljoenen zijn ontheemd in het conflict.