Jonge koeien steeds minder in de wei

Jonge Nederlandse koeien komen steeds minder vaak in de wei, dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De weidegang is tussen 2011 en 2021 met vijfentwintig procent afgenomen. Anne Hilhorst: “Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Koeien horen in de wei, niet op stal.”

De zuivelsector rapporteert niet over de weidegang van jonge koeien die nog geen melk geven. Om te achterhalen wat er met die dieren gebeurt, keek Wakker Dier naar cijfers van het CBS over mest. Uit de verhouding stalmest en weidemest blijkt dat de dieren steeds meer op stal staan. Het percentage weidemest is gedaald van 27 procent in 2011 naar nog maar 20 procent in 2021.

Jong geleerd oud gedaan
Het is belangrijk om jonge koeien te weiden, daar hebben ze op latere leeftijd profijt van. Koeien moeten namelijk léren grazen: op jonge leeftijd kijken ze dit af bij de oudere koeien. Bovendien versterkt weidegang hun immuunsysteem en ontwikkelt hun lichaam beter als ze veel kunnen bewegen.

Melkkoeien
Uit dezelfde CBS-cijfers blijkt dat ook voor melkkoeien de ontwikkeling minder gunstig is dan wordt geschetst. Volgens de melkindustrie neemt het aantal boeren dat de koeien laat grazen toe. Maar dat leidt in de praktijk niet tot meer weidegang. De tijd in de wei ligt al zes jaar erg laag en het neemt niet toe. Melkkoeien staan gemiddeld slechts twaalf procent van hun tijd buiten in de wei.

Koeiendans
In maart gaat een deel van de koeien weer naar buiten na een lange winter op stal. Hun speelse en enthousiaste gedrag als ze de wei in gaan staat bekend als de koeiendans. Naast veel plezier zorgt weidegang ook voor veel gezondheidsvoordelen. Koeien die veel in de wei staan hebben bijvoorbeeld minder infecties aan hun uiers en poten.