Shell, BP en Equinor trekken zich terug uit Russische gas- en/of olieprojecten

Shell heeft besloten zich terug te trekken uit Rusland vanwege de oorlog in Oekraïne. "We zijn geschokt door de verloren levens in Oekraïne, die het resultaat zijn van een zinloze daad van militaire agressie die de Europese veiligheid bedreigt", zo meldt Shell ceo Ben van Beurden.

Shell heeft onder andere een belang van 27,5 procent in het olie-en gasproject Sakhalin 2 in Rusland, dat wordt uitgevoerd door het Russische staatsbedrijf Gazprom.

Daarnaast heeft Shell voor ongeveer 10 procent Nord Stream 2 gefinancierd, dit is de gaspijpleiding die van Rusland naar Duitsland loopt. Het bedrijf verkoopt de belangen in deze twee projecten.

Shell heeft voor zo'n 3 miljard dollar aan bezittingen in Rusland. Het bedrijf denkt hierop verlies te moeten accepteren. "Ons besluit om ons terug te trekken nemen we met volle overtuiging", volgens Van Beurden. "We kunnen en willen niet toekijken."

Het Noorse staatsolie- en gasbedrijf Equinor maakte eerder vandaag al bekend dat ze de samenwerking met de Russische oliegigant Rosneft zullen beëindigen en dat het bedrijf voorlopig geen nieuwe investeringen meer te doen. Equinor heeft voor 1,2 miljard dollar aan bezittingen in Rusland.

Ook het Britse oliebedrijf BP doet zijn aandelen in Rosneft van de hand vanwege de inval in Oekraïne. BP heeft een belang van bijna 20 procent in Rosneft. Het bedrijf verwacht door deze verkoop aan het eind van dit kwartaal ruim 22 miljard euro afschrijven. BP-topman Bernard Looney zei gisteren geschokt te zijn door de gebeurtenissen in Oekraïne. "Ik leef mee met iedereen die getroffen is." Looney heeft daarnaast ook zijn positie in de leiding van Rosneft opgezegd.