Olympische dubbelslag voor Noren op noordse combinatie

Op de Olympische Spelen in Beijing, en dan met name in het skigebied rond Zhangjiakou, is de tweede van drie gouden medailles op de noordse combinatie vergeven. Na de wedstrijd op de kleine schans volgde dinsdag de wedstrijd op de grote schans, uiteraard weer gevolgd door tien kilometer langlaufen.

Nadat hij vanwege een positieve COVID-19-test de wedstrijd op de kleine schans moest missen, was de doorgaans dominante Noor Jarl Magnus Riiber op tijd terug voor de wedstrijd van dinsdag. Dat liet hij weten ook: bij het schansspringen was hij met afstand de beste, alleen de Est Kristjan Ilves, de Japanner Ryota Yamamoto (beiden +0:44), Manuel Faisst uit Duitsland (+0:47) en de Japanner Akito Watabe (+0:54) mochten het langlaufen binnen een minuut van Riiber beginnen.

De eerste sterke langlaufer, na Riiber en Watabe, was de Oostenrijkse wereldkampioen Johannes Lamparter op 1:27 minuten, acht seconden voor de Duitser Julian Schmid. Verder maakten in elk geval in theorie onder meer de Noor Jens Lurås Oftebro (+1:47), diens landgenoot Jørgen Gråbak (+2:07) en de Duitsers Vinzenz Geiger (+2:15) en Johannes Rydzek (+2:18) nog kans op wellicht een bronzen of zelfs zilveren medaille, maar dan moesten ze wel vanaf de start volle bak achtervolgen.

Riiber begon prima aan het langlaufen, maar aan het einde van de eerste 2,5 kilometer lange ronde ging hij de mist in: de Noor betrad het finishgedeelte al, maar moest een stuk terug om de volgende ronde in te gaan. Watabe, Faisst, Ilves en Yamamoto konden zo vrij makkelijk aansluiten, hoewel de Est en Yamamoto er in de tweede ronde alsnog af moesten. Daarin werd het tempo achterin gemaakt door Johannes Lamparter, die samen met landgenoot Franz-Josef Rehrl de aansluiting zocht.

Op iets grotere afstand volgde een door Geiger en Gråbak aangevoerde groep, die ook alsmaar dichter in de buurt kwam: halverwege was de achterstand nog maar veertig seconden. Na de volgende ronde waren Geiger, Gråbak en hun kompanen tot op dik tien tellen genaderd van Riiber, Faisst, Watabe en de aangesloten Lamparter, maar anderhalve kilometer voor het einde was de aansluiting nog niet echt gemaakt. Door Riiber kon wel een streep: de Noor had de energie niet meer en moest afhaken bij het leidende drietal.

Vanuit de achtergrond kwam in de slotfase toch Gråbak opzetten, Geiger had teveel werk verzet en moest de Noor laten gaan. Gråbak's landgenoot Oftebro kon wél mee en samen schoten ze voorbij Lamparter en Faisst. Watabe kon aanhaken, maar tegen het Noorse sprintgeweld moest hij zich gewonnen geven: brons voor de Japanse veteraan. Gråbak hield zijn jonge landgenoot van het lijf en pakte net als vier jaar geleden olympisch goud, voor Oftebro en Watabe.