Sterfte in week 5 op verwacht niveau

In de eerste week van februari (week 5, 31 januari tot en met 6 februari 2022) overleden naar schatting 3.450 mensen. Dat zijn er ongeveer evenveel als verwacht, en bijna 300 meer dan er in de week ervoor overleden (3.162). De sterfte nam voor iedere leeftijdsgroep toe ten opzichte van de week daarvoor. De sterfte onder Wlz-zorggebruikers bleef ongeveer gelijk. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.

Sinds de laatste week van 2021 is er geen oversterfte meer. Daarvoor lag de sterfte sinds begin augustus 2021 boven de verwachte sterfte en ook bijna elke week buiten het interval van gewoonlijke fluctuaties, zodat er sprake was van oversterfte.

In week 5 van 2022 registreerde het RIVM 40 overleden COVID-19-patiënten (stand 8 februari).

Sterfte bij Wlz-zorggebruikers lager dan verwacht
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz), zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, bleef op basis van de schatting ongeveer gelijk in week 5. Er overleden ongeveer 1.200 Wlz-zorggebruikers, 150 minder dan verwacht. Sinds week 50 van 2021 (medio december) daalt de sterfte onder Wlz-zorggebruikers, sinds de laatste week van 2021 is er geen oversterfte meer.

De sterfte onder de overige bevolking nam op basis van de schatting toe in week 5. Er overleden ongeveer 2.250 mensen van de overige bevolking, bijna 150 meer dan het verwachte aantal overledenen voor week 5. Ook onder deze groep daalde de sterfte sinds week 50 van 2021. Sinds de eerste week van 2022 is er geen oversterfte meer.

Sterfte in alle leeftijdsgroepen toegenomen
De sterfte onder 80-plussers is in week 5 iets toegenomen: er overleden naar schatting 1.900 mensen van 80 jaar of ouder. Dat zijn er bijna 150 minder dan verwacht voor deze periode. Sinds week 49 daalde de sterfte in deze leeftijdsgroep, en sinds de laatste week van 2021 was er geen oversterfte meer. Sinds week 3 is de sterfte weer toegenomen, maar ligt het aantal overledenen nog onder het verwachte niveau.

Onder mensen van 65 tot 80 jaar overleden in week 5 naar schatting 1.050 mensen, iets meer dan verwacht. Ook in deze leeftijdsgroep daalde de sterfte sinds week 49, maar in de laatste weken van 2021 bleef deze ongeveer gelijk. Begin 2022 daalde de sterfte in deze leeftijdsgroep weer verder. Sinds week 2 is er geen oversterfte meer onder mensen van 65 tot 80 jaar en schommelt het aantal overledenen rond het verwachte niveau.

Onder mensen jonger dan 65 jaar was de sterfte in week 5 naar schatting bijna 500, bijna 100 meer dan verwacht en buiten het interval van gewoonlijke fluctuaties, zodat er sprake was van oversterfte. In deze leeftijdsgroep was er sinds week 2 geen oversterfte meer en in week 4 zelfs ondersterfte.

Sterfte aan COVID-19 tot en met september bekend
De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks van gemeenten ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Die informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met september 2021 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden 32.408 mensen aan COVID-19 van maart 2020 tot en met september 2021, zoals het CBS op 1 februari 2022 publiceerde.

Informatiebronnen RIVM
Het RIVM heeft tot nu toe 21.332 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd, waarvan 18.202 tot en met september 2021 (stand 8 februari 2022). Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zijn de werkelijke aantallen overleden COVID-19-patiënten in Nederland hoger.