Biatlete Herrmann wint olympisch goud op koninginnenummer

Het eerste individuele goud op de Olympische Spelen van Beijing is maandag vergeven. Voor de vrouwen stond de vijftien kilometer individueel op het programma: vier schietbeurten - liggend, staand, liggend, staand - en elke misser levert één minuut straftijd op.

Bij de eerste starters ging het vooral om drie vrouwen, zo bleek. De Noorse Marte Olsbu Røiseland begon met een misser, trof daarna veertien keer, maar liet de allerlaatste schijf ook nog staan. Dat kwam haar duur te staan: de Duitse Denise Herrmann, de nodige jaren geleden overgestapt van het langlaufen, opende met tien treffers, liet er bij de derde schietbeurt één staan, maar trof er vervolgens nog vijf.

Aan de finish was Herrmann 15,3 seconden sneller dan Røiseland, maar ondertussen kwam er ook bedreiging van Anaïs Chevalier-Bouchet: de Française opende met drie keer vijf treffers. Bij de laatste schietbeurt ging er toch nog één mis en dat kostte haar het goud: aan de finish was ze 9,4 seconden langzamer dan Herrmann.

Later kwam er nog een aanval van Dzinara Alimbekava, maar de Wit-Russische liet na vijftien treffers één schijf staan bij de laatste schietbeurt en kwam 31,7 seconden tekort op Herrmann - twee tienden van een seconde voor de Tsjechische Marketa Davidova. Diens landgenote Vanessa Voigt zette de wedstrijd van haar leven neer en met negentien treffers werd ze op 16,6 seconden vierde - het beste resultaat uit haar carrière, een ruime seconde achter het brons.

Voor Herrmann was het haar tweede olympische medaille: in 2014 pakte ze in Sochi brons in het langlaufen met de Duitse estafette.