Hoogtechnologisch draagmoederschap en non-binariteit: rechtbank vraagt de Hoge Raad om duidelijkheid

De familiekamer van de rechtbank Den Haag heeft op 17 december j.l. in drie zaken prejudiciële vragenU verlaat Rechtspraak.nl aan de Hoge Raad gesteld. De rechtbank hoopt zo van de Hoge Raad antwoord te krijgen op een aantal lastige vragen, die in de praktijk regelmatig terugkomen.

Hoogtechnologisch draagmoederschap in het buitenland
In twee zaken gaat het om wensouders die ervoor hebben gekozen om hun kinderwens via hoogtechnologisch draagmoederschap in het buitenland te realiseren. In de Nederlandse wet zijn de gevolgen van draagmoederschap nog niet geregeld. Internationale regelingen ontbreken ook. In beide zaken is in het buitenland een geboorteakte opgemaakt waarin de wensouders als ouders van het kind zijn vermeld. In één van de zaken is er ook een beslissing van een buitenlandse rechter. Hieruit zou volgen dat de wensouders al ouders van het kind zijn en met het gezag zijn belast. De wensouders willen hun gezinsleven met het kind in Nederland voortzetten en in ieder geval als ouders worden erkend. Zij zijn dat op dit moment in Nederland nog niet.

Geboorteakte van een non-binaire persoon
In de derde zaak is de verzoekende partij een non-binaire persoon, die zich ongeveer 60% als man en 40% als vrouw identificeert. In de geboorteakte van de verzoekende partij is het mannelijk geslacht vermeld. Bij het tonen van het paspoort ontstaan ongemakkelijke situaties omdat het daarin vermelde geslacht 'man' niet strookt met de genderbeleving van deze persoon. Hierom wordt aan de rechtbank verzocht om de geboorteakte te verbeteren en een genderneutrale aanduiding op te nemen. De Nederlandse wet biedt hiervoor (nog) geen mogelijkheid. Rechtbanken gaan hier verschillend mee om. Hierom heeft de rechtbank ook in deze zaak aan de Hoge Raad verzocht om duidelijkheid te verschaffen.

Lees de volledige uitspraken bij de bron.