Weeksterfte daalt licht, maar opnieuw oversterfte in week 49

In de tweede week van december (week 49, 6 tot en met 12 december 2021) overleden naar schatting 4.100 mensen. Dat zijn er ongeveer 1.050 meer dan verwacht, maar wel minder dan in de week ervoor (4.327). De sterfte is verhoogd onder alle leeftijdsgroepen, en zowel onder Wlz-zorggebruikers als onder de overige bevolking. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.

Sinds begin augustus (week 31) ligt de sterfte boven de verwachte sterfte en ook bijna elke week buiten het interval van gewoonlijke fluctuaties, zodat er sprake was van oversterfte.

In week 49 registreerde het RIVM 294 overleden COVID-19-patiënten (stand 14 december).

Sterfte bij Wlz-zorggebruikers gelijk gebleven
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz), zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, bleef op basis van de schatting ongeveer gelijk in week 49. Er overleden ongeveer 1.700 Wlz-zorggebruikers, 550 meer dan verwacht. Sinds week 42 (medio oktober) is er oversterfte onder Wlz-zorggebruikers.

De sterfte onder de overige bevolking nam op basis van de schatting af in week 49. Er overleden ruim 2.400 mensen van de overige bevolking, ongeveer 500 meer dan verwacht. Ook onder deze groep is er oversterfte sinds week 42, maar ook in enkele weken ervoor was er al sprake van oversterfte.

In week 49 oversterfte in alle leeftijdsgroepen
Bij alle leeftijdsgroepen nam de sterfte op basis van de schatting in week 49 af, maar is er opnieuw oversterfte.

In week 49 overleden naar schatting 2.400 mensen van 80 jaar en ouder. Dat zijn er ongeveer 700 meer dan verwacht voor deze periode. Sinds week 42 is er oversterfte bij deze leeftijdsgroep. Ook in week 36, 39 en 40 was er oversterfte.

Onder mensen van 65 tot 80 jaar overleden in week 49 naar schatting 1.250 mensen, bijna 300 meer dan verwacht. Ook in deze leeftijdsgroep is er oversterfte sinds week 42. Daarvoor was er vanaf week 30 oversterfte in de helft van de weken.

Onder mensen jonger dan 65 jaar was de sterfte in week 49 naar schatting 475, ruim 50 meer dan verwacht. Net als in de twee weken ervoor was er oversterfte, evenals in week 44, 45 en 34 tot en met 36, maar in de overige weken in het najaar niet.

Sterfte aan COVID-19 tot en met juli bekend

De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks van gemeenten ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Die informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met juli 2021 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden 31.573 mensen aan COVID-19 van maart 2020 tot en met juli 2021, zoals het CBS op 1 december publiceerde.

Informatiebronnen RIVM
Het RIVM heeft tot nu toe 20 212 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd, waarvan 17.855 tot en met juli 2021 (stand 14 december 2021). Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zijn de werkelijke aantallen overleden COVID-19 patiënten in Nederland hoger.

Schatting week 49
De cijfers over week 49 zijn een schatting op basis van 82 procent van de ontvangen overlijdensberichten. Vrijdag 24 december publiceert het CBS voorlopige cijfers over de sterfte in week 49. De cijfers zijn dan completer.