OM eist in hoger beroep 20 jaar cel in zaak Nicky Verstappen

Jos B. is het die Nicky Verstappen in 1998 om het leven heeft gebracht. Hij is de persoon die verantwoordelijk is voor zijn verdwijning, het seksueel misbruik en zijn dood. Dat is de overtuiging van de aanklagers in hoger beroep, de advocaten-generaal (AGs). Daarom eist het Openbaar Ministerie (OM) in hoger beroep een gevangenisstraf van 20 jaar.

Deze strafeis wijkt af van de straf die is opgelegd door de rechtbank in Limburg. Zij veroordeelden op 20 november 2020 de 59-jarige verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf jaar en zes maanden. Het OM kon zich onder meer niet vinden in het oordeel van de rechters dat er geen sprake is van (gekwalificeerde) doodslag. Daarom ging het OM in hoger beroep.

Gekwalificeerde doodslag
Het OM concludeert dat er sprake is van een niet-natuurlijke dood van Nicky. Ook is er geen enkele aanwijzing voor een andere doodsoorzaak dan verstikking. Volgens het OM heeft de verdachte Nicky seksueel misbruikt en van zijn vrijheid beroofd. Door verstikking is Nicky om het leven gekomen. Die verstikking kan verdachte worden aangerekend. Daarom is er volgens het OM sprake van doodslag.

Ook heeft de verdachte volgens de AGs de geweldshandeling, die tot de verstikking heeft geleid, gepleegd. Dit om de verkrachting te vergemakkelijken. De doodslag kan daar niet los van worden gezien, waardoor er sprake is van gekwalificeerde doodslag. Dat is een zwaardere vorm waarop een langere gevangenisstraf staat.

Geen TBS
Het OM heeft op 6 mei van dit jaar laten weten dat het geen TBS met dwangverpleging eist in deze zaak. Niet is gebleken dat de verdachte zich na 1998 heeft opgedrongen aan jongens.

Ondanks het feit dat het OM de verdachte verdenkt van het bezit van kinderporno vinden de AGs, net als de rechtbank, dat pedofilie en het kijken naar kinderporno niet zonder meer leidt tot toekomstige (pedo-seksuele) delicten.

In combinatie met het feit dat niet is gebleken dat de verdachte na 1998 de fout is ingegaan, zien de AGs geen reden om TBS met dwangverpleging op te leggen.

Strafeis
De officieren van justitie hebben voor de rechtbank vijftien jaar cel en TBS met dwangverpleging geëist dan wel een gevangenisstraf van achttien jaar. Deze strafeis was mede ingegeven door het feit dat zij de verdachte niet volledig toerekeningsvatbaar achtten. In hoger beroep vinden de AGs dat de strafbare feiten wel volledig zijn toe te rekenen aan de dader, waardoor zij tot een andere strafeis komen.