NASCAR-titel vergeven in spannende kampioensrace

Het seizoen in de NASCAR Cup Series zit er alweer op. Op de Phoenix International Raceway stond de slotrace van het jaar op het programma, met nog vier coureurs die in de strijd waren om de titel en die allemaal op gelijke hoogte begonnen.

Het format was vooraf bijzonder duidelijk: Kyle Larson, Chase Elliott, Denny Hamlin en Martin Truex Jr vochten om de titel, wie van hen het best eindigde mocht zich de kampioen noemen. Larson en Elliott vertrokken vanaf de eerste startrij, Hamlin startte als zesde en Truex begon er vanaf de twaalfde plek aan.

Al vrij snel ging Bubba Wallace na een tik van Corey LaJoie stevig de muur in: caution, waarbij Larson vanaf plek twee een pitstop kwam maken. Elliott en William Byron reden bij de herstart voorop, Hamlin zat op plek drie, maar de volgende caution kwam er bijna gelijk achteraan: Ricky Stenhouse werd - zonder veel schade - aangetikt door...Corey LaJoie.

De crash van Wallace

Dit keer kwamen veel van de leiders naar binnen voor een stop, zo kwam Ryan Blaney naar de leiding en zat Larson weer voorin. Kevin Harvick had het tempo ook goed te pakken en reed in rap tempo naar Blaney, waarbij ze gezelschap kregen van Elliott - Larson haakte even af, Truex kwam juist aansluiten bij titelconcurrent Elliott.

Truex werkte zich sterk naar voren richting het einde van de eerste stage, die hij overtuigend op zijn naam schreef, voor Harvick, Elliott, Hamlin en Larson - de vier titelkandidaten zaten allemaal in de top-5. Nagenoeg iedereen kwam een stop maken en met Elliott, Truex, Harvick, Hamlin en Larson voorop konden we beginnen aan stage twee.

Halverwege de stage, nadat Truex de leiding weer over had genomen van Elliott, kregen we een caution: Quin Houff ging in het achterveld stevig de muur in. Na een onderbreking konden we verder, met Elliott en Larson voorop, tot Stenhouse de muur stevig raakte en een nieuwe caution veroorzaakte...niet lang na de herstart gevolgd door een crash van Chase Briscoe.

Het fantastische einde van de titelstrijd in de Xfinity Series, één niveau lager

Larson pakte de leiding in de pitstraat, Elliott volgde en in die volgorde werd de tweede stage zonder noemenswaardige problemen afgesloten - Hamlin en Truex volgden, de vier titelkandidaten reden in de top-4. De pitstops veranderden niks aan de volgorde en dus kon men in slagvolgorde gaan beginnen aan de laatste stage van het seizoen.

Met de slotfase langzamerhand in zicht begonnen teamgenoten Larson en Elliott te duelleren, waarbij laatstgenoemde de leiding overnam. Hamlin had het tempo ook lekker te pakken en nam Larson te grazen, terwijl Truex als eerste van de grote mannen zijn potentieel laatste pitstop maakte...en precies op dat moment reed Anthony Alfredo zijn auto tegen de muur, caution.

De timing kon niet gelukkiger uitpakken voor Truex, die zo bij de herstart de leiding in handen had, voor Hamlin, en met Elliott en Larson twee rijen achter hen. Truex en Hamlin leken de touwtjes stevig in handen te hebben, maar dertig ronden voor het einde verloor achterblijver David Starr een stuk remschijf: caution.

Alle toppers kwamen toch weer nieuwe banden halen, het team van Larson deed dat fantastisch: hij pakte drie posities en daarmee de leiding, voor Hamlin, Truex en Elliott, met 24 ronden te gaan in de titelstrijd. Truex schoof naar plek twee en volgde Larson, bij wie hij de aanval in de laatste twintig ronden begon te openen - Hamlin ging ondertussen, na handig gebruik van de hoge lijn, voorbij Elliott naar plek drie.

In de laatste ronden probeerde Truex alles om bij Larson in de buurt te komen en een echte aanval in te zetten, maar het lukte niet: Larson pakte maar liefst zijn tiende overwinning van het jaar en reed dik- en dikverdiend naar zijn allereerste Cup Series-titel, voor Truex, Hamlin en Elliott.