12 jaar geëist voor doodschieten vriend

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft wederom in totaal een gevangenisstraf van twaalf jaar en TBS met dwangverpleging geëist tegen een 43-jarige man. Hij wordt ervan verdacht op 17 februari 2018 in Zwolle een 38-jarige vriend te hebben doodgeschoten. Daarbij zaagde hij het lichaam van het slachtoffer in stukken en verstopte hij dat lichaam in een kruipruimte.

De rechtbank legde de man, conform de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf op van twaalf jaar en TBS met dwangverpleging. De verdachte ging daartegen in hoger beroep.

Hij beweert dat niet hij maar zijn vriend zichzelf met een pistoolschot om het leven heeft gebracht. Aan de orde in het hoger beroep is of daarvan sprake was of dat er sprake was van doodslag. Het OM staat op het standpunt dat hij met opzet zijn vriend van het leven heeft beroofd.

Volgens de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal, staat vast dat het slachtoffer door een schotwond om het leven is gekomen in de woning van de verdachte. Het pistool waarmee geschoten is, was in het bezit van verdachte en bevond zich in zijn woning. “Verdachte heeft na het schietincident het stoffelijk overschot in zijn woning versleept en vervolgens in de badkamer in delen gezaagd”, aldus de AG in haar requisitoir. “Nadien heeft bij de lichaamsdelen in de kruipruimte van zijn woning verstopt.”

Verdachte heeft dagen erna het gebeuren welbewust op een vermissing willen doen lijken. Ook had hij plannen om het lichaam te laten verdwijnen. Daarnaast acht de AG het door de verdachte geschetste scenario ongeloofwaardig. “De bewijsmiddelen passen niet alleen beter bij het scenario doodslag, maar maken het alternatieve scenario van verdachte ook nog eens onaannemelijk.”

Het met een vuurwapen op een relatief korte afstand schieten op het hoofd van een persoon kan niet anders worden uitgelegd dan dat de verdachte met opzet iemand van het leven wilde beroven. De kans dat iemand dat overleeft is immers zeer klein.

In de hoger beroepsfase is de verdachte onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Volgens de AG dient TBS met dwangverpleging te worden opgelegd. “Het risico dat hij opnieuw onder invloed van zijn stoornis een (levens)delict pleegt, is levensgroot. Dat risico is onaanvaardbaar.”

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden laat na de inhoudelijke behandeling weten wanneer het uitspraak doet.