In hoger beroep 14 jaar cel geëist in cold casezaak Miriam Sharon

Een man met een missie. Zo schetste de advocaat-generaal de verdachte van een gruwelijke moord in Den Haag, inmiddels 31 jaar geleden. De 36-jarige Miriam Sharon werd in haar woning aan de Regentesselaan op een vreselijke manier om het leven gebracht. Het OM eiste vandaag in hoger beroep een gevangenisstraf van 14 jaar, tegen de 57-jarige verdachte uit Israël.

Aan het begin van de avond op 8 oktober 1990 ziet het 7-jarige dochtertje van het slachtoffer hoe een Israëlische man in huis komt. Daarna wordt het kind door haar moeder naar bed gestuurd. Wanneer de bovenbuurvrouw later op de avond, door een schreeuw gealarmeerd, gaat kijken treft zij Miriam Sharon met doorgesneden keel aan in de gang. Haar dochtertje ligt nog in bed. Er is verder niemand meer in huis; wel wordt een zwarte leren jas gevonden. Het dochtertje verklaart later dat jas van de onbekende man is.

Cold case onderzoek
In 2015 wordt besloten deze moord opnieuw te laten onderzoeken door het Haagse cold caseteam. In 1990 is al uitvoerig onderzoek naar de moord gedaan en komen twee verdachten in beeld. Toch werd de zaak uiteindelijk niet opgelost. Het dossier bevat bewijsstukken die met de nieuwe onderzoeksmethoden van deze tijd misschien tot een doorbraak kunnen leiden.

In 1990 werd in de woning een sigarettenpeuk aangetroffen. Het merk van die peuk kwam overeen met het pakje sigaretten dat in de leren jas zat. In 2015 wordt een DNA-profiel verkregen van die sigarettenpeuk en ook van een nagelschaartje dat in 1990 in beslag was genomen. Het DNA-profiel dat op de peuk wordt aangetroffen blijkt te matchen met één van de verdachten die in 1990 al in beeld was.

Overige aanwijzingen
Dankzij het DNA spoor is de verdachte nu via een reeks aanwijzingen aan de moord te linken. In de leren jas werd in 1990 ook een ticket gevonden van een kluisje in het bagagedepot van station Brussel, dat een aantal uren voor de moord bleek afgestempeld. In dat kluisje worden onder meer het identiteitsbewijs van verdachte en spullen met zijn vingerafdrukken erop aangetroffen.

Missie
Uit het dossier blijkt dat verdachte kort voor de moord zijn bagage bij het depot heeft afgegeven en op 9 oktober, een dag na de moord, weer is vertrokken uit België. Uit niets is gebleken dat verdachte en slachtoffer elkaar kenden. Toch gaat verdachte vanuit Israël, via Turkije en Brussel, linea recta naar de woning van het slachtoffer. Anderhalf uur na zijn aankomst is zij overleden en is verdachte op de terugweg. “Deze omstandigheden leiden tot de conclusie dat verdachte een man met een missie was, en die missie had ten minste te maken met Miriam. En dat klopt dan weer helemaal met de verklaring van het dochtertje, die verklaarde dat de man zei dat hij “gestuurd” was”, zo maakt de advocaat-generaal duidelijk in haar requisitoir.

Moord of doodslag
Verdachte werd in eerste aanleg door de rechtbank voor moord veroordeeld tot een celstraf van 14 jaar. In hoger beroep komt opnieuw het punt of sprake is van moord dan wel doodslag aan de orde. In 1990 gold voor doodslag nog een verjaringstermijn, die is inmiddels verlopen. Wat het OM betreft is bewezen dat verdachte met voorbedachten raad naar Nederland is gekomen en Miriam heeft omgebracht. De advocaat-generaal eiste bevestiging van het vonnis en hield vast aan de 14 jaar gevangenisstraf. Bij de hoogte van de strafeis werd rekening gehouden met het overschrijden van de redelijk termijn voor de zaak.

De advocaat-generaal vroeg het gerechtshof Den Haag eveneens om, mocht het hof de voorbedachte raad niet bewezen zien, zich dan in het arrest expliciet uit te laten over de vraag of zij verdachte wel als (mede) verantwoordelijk acht aan de dood van Miriam Sharon. Dit in het belang van de kinderen van Miriam Sharon, voor wie bovenop het verdriet om hun moeder nog immer de vraag leeft wie verantwoordelijk is voor haar dood.

Het hof doet uitspraak op 4 oktober 2021.