OS: Karate - Favoriet breekt arm, goud na snoeihard knockout getrapt te worden

Voor het eerst in de historie stond karate op het olympisch programma. Dat is in 2024 al niet meer het geval, dus er moest geknald worden in Japan, want een tweede kans zal men in principe niet krijgen.

Kata vrouwen
We hebben karate in twee onderdelen, te beginnen met de kata. Daarin moeten bepaalde vormen uitgevoerd worden tegen denkbeeldige tegenstanders, waarbij gejureerd wordt op onder meer snelheid, balans, nauwkeurigheid en juiste ademhalingstechnieken. Een uiterst bijzonder gezicht voor de leek, maar eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de snelheid en nauwkeurigheid van de bewegingen uiterst indrukwekkend is.

Bij de vrouwen ging de finale tussen de Spaanse Sandra Sanchez, veelvoudig wereldkampioene, en de Japanse Shimizu Kiyuou, in principe haar enige uitdaagster. Beiden voerden de kata 'Chatanyara Kushanku' uit, voor de fijnproever onder ons, en dat leverde Sanchez nét een iets hogere score op: 28.06 tegenover 27.88 en dus pakte zij het goud.

Het eerste brons ging naar Lau Mo Sheung Grace uit Hong Kong, die won van de Turkse Dilara Bozan, terwijl de Italiaanse Viviana Bottaro in de strijd om het andere brons won van Sakura Kokumai uit de VS.

Kata mannen
Bij de mannen is de Japanner Ryo Kiyuna al járen de grote man, met als voornaamste uitdager de Spaanse veteraan Damian Quintero - in 2004 al goed voor EK-zilver. De Spanjaard kondigde de Suparinpei aan als zijn kata, Kiyuna ging voor de Ohan Dai en gecombineerd met zijn - blijkbaar - geweldige uitvoering leverde dat goud op: 28.72 punten tegenover 27.66 punten.

De Amerikaan Ariel Torres Gutierrez klopte Antonio Diaz Fernandez uit Venezuela in de strijd om het eerste brons, terwijl Ali Sofuoglu Turkije brons bezorgde met winst op de Zuid-Koreaan Park Hee-jun.

Kumité -67kg mannen
In de kumité wordt daadwerkelijk tegen een fysieke tegenstander gevochten, het vechtgedeelte van de sport dus. In verschillende gewichtsklassen wordt gestreden om de titels, drie bij de mannen en drie bij de vrouwen - de internationale karatebond moest wel keuzes maken en mocht van het IOC niet alle gewichtsklassen op de Spelen brengen.

In het lichtste onderdeel was Steven Da Costa namens Frankrijk de voornaamste favoriet, zonder grote uitdagers. In de finale nam de wereldkampioen het op tegen Eray Samdan uit Turkije en die was hij vrij overtuigend de baas. Brons was er voor de Kazach Darkhan Assadilov, die van Da Costa verloor in de halve finales, en de ietwat verrassende Jordaniër Abdelrahman Al-Masatfa, die de andere halve finale verloor.

Kumité -75kg mannen
Er was maar één droomfinale te bedenken en dat was die tussen de supersterren - in het karate althans - Rafael Aghayev uit Azerbeidzjan en Luigi Busa uit Italië. Zo kwam het ook uit en de twee eeuwige concurrenten, goed voor zeven wereldtitels, vochten een stevig duel uit. Veel werd er niet gescoord, maar met onder meer een stevige tik op Aghayev's hoofd had Busa de overhand en hij won dan ook het goud.

Brons was er voor de Hongaar Gabor Harspataki, die in de halve finales van Aghayev verloor, en de Oekraïner Stanislav Horuna, die onderuit ging tegen Busa.

Kumité +75kg mannen
Vooraf ging het tussen de twee grote mannen - letterlijk en figuurlijk - bij de zwaargewichten: Jonathan Horne uit Duitsland en Sajad Ganjzadeh uit Iran. Dat ging echter niet door, want in een van de groepswedstrijden ging het helemaal fout voor Horne: hij wilde na een trap zijn val opvangen met zijn arm, maar die had daar minder behoefte aan en knakte dwars doormidden. Zoeken naar beelden is op eigen risico.

Ganjzadeh schopte het wel tot de finale en trof daarin de op het OKT ineens in topvorm verkerende Saoediër Tareg Hamedi. Die was ook in Tokyo geweldig op dreef, inclusief in de finale, maar toch ging het helemaal fout: Hamedi trapte Ganjzadeh vól in diens nek, waardoor de Iraniër gestrekt ging en een zorgwekkende tijd buiten bewustzijn was. Nadat hij verzorgd en afgevoerd was kwamen de scheidsrechters bijeen en al snel volgde het oordeel: Hansoku, oftewel diskwalificatie voor Hamedi.

In het karate móet altijd controle gehouden worden bij de slagen en trappen, en het is ook zeker niet de bedoeling om iemand in de nek te trappen. Hamedi trapte zonder controle en raakte zijn opponent vol, wat een onfortuinlijke edoch terechte diskwalificatie opleverde. Dat betekende ook dat Saoedi-Arabië dus naast het eerste goud ooit greep in Hamedi's enige kans van zijn leven, goud was voor de gelukkig wel weer op het podium staande Ganjzadeh. Brons ging naar de Japanner Araga Ruotaro en de Turk Ugur Aktas, die verloren van Hamedi en Ganjzadeh.

 

Kumité -55kg vrouwen
Als je hier nog stééds over karate aan het lezen bent moet je wellicht eens iets anders gaan doen, maar enfin: in de lichtste vrouwenklasse stond favoriete Anzhelika Terliuga uit Oekraïne in de finale tegenover de jonge Bulgaarse Ivet Goranova, die het goud wist te pakken met een waza-ari en drie keer een yuko - ook in het karate gebruikt men die termen, net als een ippon.

Brons was er voor Bettina Plank uit Oostenrijk en de Taiwanese Wen Tzu-yun, die respectievelijk van Goranova en Terliuga verloren.

Kumité -61kg vrouwen
Vooraf leek het mogelijk een duel te worden tussen de Servische Jovana Prekovic, wereldkampioene in 2018, en de Chinese Yin Xiaoyan. Beiden wonnen hun groep én hun halve finale en dus ontmoetten ze elkaar inderdaad in de strijd om goud. Daarin werd helaas niet gescoord, dus moesten de juryleden beslissen. Die kozen voor Prekovic, die zo won op 'hantei' - een meerderheidsbeslissing.

De bronzen medailles waren voor de Egyptische Giana Farouk en de Turkse Merve Coban, die in de halve finales van respectievelijk Yin en Prekovic verloren.

Kumité +61kg vrouwen
Een van de klasses met misschien wel het meest open veld, waarbij Feryal Abdelaziz boven kwam drijven. De jonge Egyptische verzekerde zich van een plek in de finale, waarin ze Irina Zaretksa trof, al de nodige jaren uitkomend voor Azerbeidzjan. Abdelaziz wist twee keer een yuko te noteren in de finale en dat was genoeg voor het goud, de eerste gouden medaille ooit voor een Egyptische vrouw.

Brons was er voor Gong Li uit China, die van Zaretska verloor, en de Bulgaarse Sofya Berultseva.