Shell verliest historische klimaatzaak, moet CO2 uitstoot bijna halveren

De rechtbank Den Haag beveelt Royal Dutch Shell (RDS) om via het concernbeleid van de Shell-groep de CO2-uitstoot eind 2030 terug te brengen tot netto 45% ten opzichte van het niveau van 2019.

Dit bevel is gegeven in een procedure die is aangespannen door zeven stichtingen en verenigingen en ruim 17.000 individuele eisers. Volgens eisers doet RDS als beleidsbepalend hoofd van de Shell groep onvoldoende, handelt zij onrechtmatig en moet zij meer doen om de CO2-uitstoot te verminderen. Eisers vorderden dat de CO2-emissies in 2030 ten opzichte van het niveau van 2019 moeten worden teruggebracht met 45% of anders 35% of 25%. De vorderingen gaan over de CO2-uitstoot van de Shell groep zelf en ook die van haar toeleveranciers en afnemers.

Shell verplicht te zorgen voor CO2-reductie
De rechtbank concludeert dat RDS verplicht is via het concernbeleid van de Shell-groep te zorgen voor CO2-reductie van de Shell-groep, haar toeleveranciers en afnemers. Dat volgt uit de voor RDS geldende ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, die de rechtbank heeft ingevuld aan de hand van de feiten, breed gedragen inzichten en internationaal aanvaarde standaarden.

De Shell-groep is wereldwijd één van de grootste producenten en aanbieders van fossiele brandstoffen is. De CO2-uitstoot van de Shell-groep, haar toeleveranciers en afnemers is groter dan die van vele landen. Dit draagt bij aan de opwarming van de aarde, die tot gevaarlijke klimaatverandering leidt en ernstige risico's meebrengt voor mensenrechten, zoals het recht op leven en een ongestoord gezinsleven. Algemeen aanvaard is dat bedrijven mensenrechten moeten respecteren. Dat is een zelfstandige verantwoordelijkheid van bedrijven, die los staat van wat staten doen. Deze verantwoordelijkheid strekt zich ook uit over de toeleveranciers en de afnemers. RDS heeft een resultaatsverplichting ten aanzien van de CO2-uitstoot van de Shell-groep zelf. Ten aanzien van de toeleveranciers en afnemers geldt een zwaarwegende inspanningsverplichting, die inhoudt dat RDS via het concernbeleid van de Shell-groep haar invloed moet aanwenden, door bijvoorbeeld via het aankoopbeleid eisen te stellen aan toeleveranciers. RDS heeft alle vrijheid om de reductieverplichting naar eigen inzicht na te komen en het concernbeleid van de Shell-groep vorm te geven. De offers die dit vraagt, wegen op tegen het belang dat wordt gediend met het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering.

Dreigende schending van de reductieverplichting
De rechtbank vindt niet dat RDS deze verplichting nu al schendt, zoals eisers betogen. RDS heeft het beleid van de Shell-groep aangescherpt en is bezig dat uit te werken. Omdat het beleid niet concreet is, vele voorbehouden kent en uitgaat van het volgen van de maatschappelijke ontwikkelingen in plaats van een eigen verantwoordelijkheid om te zorgen voor CO2-reductie, oordeelt de rechtbank dat sprake is van een dreigende schending van de reductieverplichting. De rechtbank beveelt RDS daarom om via het concernbeleid van de Shell-groep de CO2-uitstoot van die groep, haar toeleveranciers en afnemers, eind 2030 terug te brengen tot netto 45% ten opzichte van het niveau van 2019.