NASCAR: Historische 1-2-3-4 op Monster Mile

Het reguliere seizoen in de NASCAR Cup Series is alweer halverwege, afgelopen zondag streek men neer in Dover. Op The Monster Mile werd gestreden om de winst, hoewel het aan het einde niet echt spannend meer was.

Martin Truex vertrok vanaf poleposition, met Denny Hamlin naast zich en William Byron en Kyle Larson op de tweede rij. De heren op rij twee namen de touwtjes in handen richting de competition caution, waarna Larson als leider de weg vervolgde.

Larson was verder oppermachtig in het restant van stage één, die een rondje te vroeg met een caution eindigde: Chase Briscoe tikte de muur aan en reed een band lek. Met Larson en Hamlin voorop kon de tweede stage beginnen, waar Josh Berry voor een vroegtijdige caution zorgde.

Met Larson voorop konden we door en het was Larson die zonder noemenswaardige problemen de tweede stage won, voor Chase Elliott en Alex Bowman. Met Larson voorop kon het laatste deel van de race beginnen, maar Bowman zat er niet ver vandaan en bleef de aansluiting houden.

Iets minder dan honderd ronden voor het einde van de vierhonderd ronden lange race werd de boel even geneutraliseerd: Aric Almirola raakte de controle kwijt en ging met een nare tik de muur in. Nadat Almirola uit was gestapt en de boel was opgeruimd konden we door, met na de pitstops Bowman en Elliott voorop, hoewel Larson rap naar voren kwam.

De volgende caution kwam al snel: Brad Keselowski tikte achterblijver Anthony Alfredo in de rondte. Met tachtig ronden te gaan en mogelijk regen in aantocht had Bowman de leiding, met een aandringende Larson en inmiddels ook Kevin Harvick achter zich.

Bowman reed langzaam maar zeker weg en zijn zege kwam niet meer in gevaar. Teamgenoten Larson, Elliott en Byron completeerden de top-4 en dat was historisch: Pete DePaolo Racing deed dat in een race in 1956 en 1957 en Roush-Fenway Racing deed het in 2005 eens, Hendrick Motorsports mag zich nu in dat bijzondere rijtje voegen.