Geen disclaimer vóór film 'De Oost'

De producent hoeft de disclaimer bij de controversiële film De Oost niet naar voren te verplaatsen. Dat heeft de rechter bepaald in het kort geding, dat Federatie Indische Nederlanders (FIN) had aangespannen. Volgens de rechter is de ‘producent’, mede door de verkoop van de film aan Amazon, niet verantwoordelijk voor de film en lijkt de disclaimer die nu achter de aftiteling is opgenomen bedoeld om 'zich juridisch in te dekken'.

“Helaas bevat dit vonnis niet de door FIN gewenste uitspraak, maar dat laat onverlet dat wij eenzijdige perspectieven op deze periode zullen blijven bestrijden”, aldus FIN-voorzitter Hans Moll. Volgens FIN is de huidige disclaimer, die pas na de aftiteling te zien is, onvoldoende. Volgens de rechter lijkt die disclaimer “ook eerder bedoeld om zich juridisch in te dekken dan om een zo groot mogelijk publiek te bereiken”. “Betrokkenen, maar ook kijkers, hebben het recht om te weten dat de film vooral een eigen interpretatie is van de producent en de regisseur”, vindt Moll. Moll verwijst daarmee naar de geschiedkundige claims die de film maakt, maar die niet worden ondersteund door historische feiten. In een recente trailer wordt bijvoorbeeld gesteld dat Nederlandse militairen naar Nederlands-Indië zijn gestuurd 'om de Indonesische vrijheidsstrijd neer te slaan', terwijl zij in werkelijkheid vooral een einde moesten maken aan de Bersiap.

De film over de ‘Politionele Acties’ (1947-1949) ligt zeer gevoelig, zeker nadat de producent vorig jaar een eerste opzienbarende trailer publiceerde. Dat komt onder andere doordat in de trailer Nederlandse militairen zijn afgebeeld in zwarte uniformen, KNIL-kapitein Raymond Westerling een snor draagt en gebruik wordt gemaakt van een gotisch lettertype. Het zou allemaal verwijzen naar Nazi-Duitsland en zorgden voor woedende reacties onder Indië-veteranen, Indische Nederlanders en Molukkers. “Onze helden worden als nazi’s weggezet. Dit is een puur anti-Nederlandse propagandafilm”, zei Moll toen. Tegenover EenVandaag liet de producent weten de ophef 'voorbarig' te vinden. De film zou zogenaamd 'een multiperspectieve benadering op de koloniale geschiedenis' vormen.

De vraag is echter hoe houdbaar die stelling is. Nadat FIN onthulde dat de film mede is gefinancierd vanuit Indonesië, bleek later zelfs dat de Indonesische overheid nauw betrokken is bij een van die investeerders. Het gaat om het Indonesische overheidsorgaan Badan Pariwisata dan Ekonomi Kreatif (BEKRAF), dat tijdens de productie van De Oost onder de directe verantwoordelijkheid viel van de Indonesische president Joko Widodo. Of Indonesië ook invloed heeft uitgeoefend op de inhoud van de film is onbekend, maar het is onwaarschijnlijk dat vanuit Indonesië een film wordt gefinancierd, die kritisch staat ten aanzien van de Indonesische geschiedenis. Uit een tweede trailer blijkt dat ook. Om het fictieve karakter van de film te benadrukken pleitte FIN daarom eerder al voor een disclaimer. Toezeggingen daarover trok de producent later in.