'Royale loonstijging ProRail niet uit portemonnee reiziger'

De kosten van een te royale ProRail-CAO dienen niet te worden afgewenteld op de reiziger. Dat zegt de Maatschappij Voor Beter OV. Na een werkonderbreking van het personeel ging ProRail door de knieën. Het oorspronkelijke loonbod van ProRail was al hoger dan de verwachte inflatie, en na de staking heeft ProRail aan de bonden een nog rianter bod gedaan.

De loonkosten van ProRail worden via de infraheffing (de vergoeding voor het gebruik van het spoor) voor relevante medewerkers doorberekend aan vervoerders, die deze kosten weer doorberekenen aan de reizigers. Voor Beter OV-voorzitter Rikus Spithorst: “Het gevaar ligt op de loer dat ProRail voor Sinterklaas speelt met de portemonnee van de treinpassagier.”

Zowel voor het jaar 2021 als voor het jaar 2022 heeft ProRail al een loonbod van twee maal 2% gedaan. Dat is meer dan de geraamde geharmoniseerde consumentenprijsindex (Bron: DNB tussenraming maart 2021). Deze bedraagt voor 2021 slechts 1,2% en voor 2022 slechts 1,6%.

De maximale tariefstijging die de NS via de beschermde tarieven aan reizigers in rekening mag brengen, is de eerder genoemde geraamde consumentenprijsindex (inflatie) plus de stijging van de eerdergenoemde infraheffing voorzover die de inflatie te boven gaat. Wanneer de lonen van het NS-personeel harder stijgen dan de inflatie, mag de NS dat niet aan de reiziger doorberekenen. Het is niet uit te leggen dat extra loonstijgingen bij ProRail via de infraheffing wél voor rekening van de treinpassagiers komen. Voorts gaat het bij de berekening van de loonkosten niet alleen om de inflatiegerelateerde loonstijging, maar ook om de kosteneffecten van bijvoorbeeld arbeidstijdverkorting en vroegpensioen.

Voor Beter OV overlegt vandaag met ProRail over dit probleem. Uitgangspunt daarbij is voor de reizigersorganisatie dat de loonstijging die de inflatie overstijgt niet op de treinreiziger mag worden afgewenteld.