CBS: Sterfte in week 14 hoger dan verwacht

In week 14 (5 tot en met 11 april 2021) overleden naar schatting 3 150 mensen. Dat zijn ongeveer 100 sterfgevallen meer dan verwacht voor deze periode en ongeveer evenveel sterfgevallen als in de week ervoor (3 144). De sterfte bij Wlz-zorggebruikers lag onder het voor deze week verwachte niveau, in de overige bevolking overleden meer mensen dan verwacht. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.

Van week 39 van 2020 tot en met week 6 van 2021 was de wekelijkse sterfte hoger dan verwacht. In week 7 was de sterfte ongeveer gelijk aan de verwachte sterfte voor deze periode en in de weken erna lag de sterfte eronder. In week 13 was de sterfte weer ongeveer gelijk aan de verwachte sterfte, de schatting in week 14 ligt er net boven. Het RIVM registreerde 112 overleden COVID-19-patiënten in week 14 (stand 13 april).

Sterfte bij Wlz-zorggebruikers onder verwacht niveau
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) is iets afgenomen in week 14, en ligt sinds week 8 steeds onder de verwachte sterfte voor deze periode. Er overleden ruim 100 Wlz-zorggebruikers minder dan verwacht. De sterfte onder de overige bevolking nam toe in de laatste twee weken en ligt inmiddels boven het verwachte niveau. In de schatting van week 14 is er zelfs sprake van oversterfte, het geschatte aantal overledenen is hoger dan het verwachtingsinterval (het lichtgroene vlak in de figuur).
Er overleden ongeveer 1 000 Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. In de overige bevolking overleden ongeveer 2 150 mensen.

Sterfte onder 80-minners hoger dan verwacht
In de afgelopen twee weken was de sterfte onder mensen jonger dan 80 jaar hoger dan verwacht. Op basis van de schatting in week 14 is er zelfs sprake van oversterfte. De sterfte onder mensen van 80 jaar en ouder is opnieuw lager dan verwacht. Er overleden in week 14 naar schatting 450 mensen jonger dan 65 jaar, 1 050 mensen van 65 tot 80 jaar en iets minder dan 1 700 mensen van 80 jaar of ouder.

Meer mannen dan vrouwen overleden
In de afgelopen vier weken overleden er meer mannen dan vrouwen. In de eerste weken van de eerste golf van de corona-epidemie en in meerdere weken van de tweede golf stierven ook meer mannen dan vrouwen, hoewel er meer oudere vrouwen dan oudere mannen zijn. In week 14 overleden naar schatting 1 650 mannen en 1 550 vrouwen.

Sterfte aan COVID-19 tot en met december bekend
De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de dagelijkse berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Deze informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met december 2020 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden iets meer dan 20 duizend mensen aan COVID-19 van maart tot en met december 2020, zoals het CBS op 7 april publiceerde. De oversterfte in de eerste coronagolf en de eerste vijftien weken van de tweede golf wordt volledig veroorzaakt door sterfte aan het nieuwe coronavirus.

Informatiebronnen RIVM
Het RIVM heeft tot nu toe 16 821 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd, waarvan 11 929 tot en met december 2020 (stand 13 april 2021). Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zullen de werkelijke aantallen overleden COVID-19 patiënten in Nederland waarschijnlijk hoger zijn.

Schatting week 14
De cijfers over week 14 zijn een schatting op basis van 83 procent van de ontvangen overlijdensberichten. Vrijdag 23 april publiceert het CBS voorlopige cijfers over de sterfte in week 14. De cijfers zijn dan completer.