Twintig jaar na invoering homohuwelijk 20.000 homo-echtparen in Nederland

Op 1 april is het twintig jaar geleden dat het eerste homohuwelijk in Nederland werd gesloten. Begin 2021 telde Nederland 20.000 homo-echtparen. Ruim 19.000 mannen en bijna 21.000 vrouwen zijn getrouwd met iemand van hetzelfde geslacht. Hiervan zijn ruim 1.400 mannen en 1.100 vrouwen in 2001 getrouwd. Zij zullen dit jaar hun twintigjarig huwelijksjubileum kunnen vieren. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.

Meer vrouwen dan mannen trouwen met iemand van hetzelfde geslacht. Alleen in de eerste twee jaar na invoering was het aantal mannenparen groter. In de afgelopen vijf jaar werden jaarlijks gemiddeld 751 huwelijken tussen twee vrouwen en 619 huwelijken tussen twee mannen gesloten. In 2020 werden minder huwelijken gesloten dan in de jaren daarvoor, ook onder paren van verschillend geslacht. Vooral tijdens de eerste golf van de coronapandemie daalde het aantal huwelijkssluitingen. De cijfers over 2020 zijn nog niet definitief.

In 2001 zette 42 procent partnerschap om in huwelijk
Van de stellen die in 2001 trouwden, had 42 procent hun relatie eerder al vastgelegd met een geregistreerd partnerschap. Van de huwelijken die de laatste vijf jaar werden gesloten, was gemiddeld ruim 3 procent daarvoor een partnerschap. Tot de openstelling van het huwelijk in 2001 konden paren van gelijk geslacht hun relatie alleen met een geregistreerd partnerschap formaliseren.

Vaker geregistreerd partnerschap
Ook na de introductie van het homohuwelijk kozen nog relatief veel paren van gelijk geslacht voor een partnerschap in plaats van een huwelijk. Jaarlijks waren dat rond 500 paren, ongeveer een kwart van de stellen die hun relatie vastlegden bij de burgerlijke stand. Sinds 2015 is het aandeel homostellen dat voor een partnerschap kiest, toegenomen. Ook steeds meer heteroseksuele paren sluiten een partnerschap. In 2020 nam het aandeel partnerschappen in het totaal aantal sluitingen sterker toe dan in voorgaande jaren. Terwijl het aantal huwelijkssluitingen daalde, nam het partnerschapsregistraties net als in voorgaande jaren toe.

Vrouwenhuwelijken eindigen vaker in een echtscheiding
Jaarlijks stranden ruim 400 huwelijken van paren van gelijk geslacht. Huwelijken van twee vrouwen houden minder lang stand dan huwelijken van twee mannen of van een man en een vrouw. Van de vrouwen die in 2010 met een andere vrouw trouwden, was 26 procent na een kleine tien jaar (op 1 januari 2020) gescheiden. Dat is bijna twee keer zo veel als bij de gehuwde mannenparen (14 procent). Het percentage gescheiden echtparen bestaande uit een man en een vrouw is vergelijkbaar met dat van mannenparen. Van hen was 16 procent na tien jaar gescheiden. Ook voor echtparen die in eerdere of latere jaren trouwden en voor paren die een geregistreerd partnerschap sloten geldt dat verbintenissen bestaande uit twee vrouwen het vaakst eindigen in een (echt)scheiding.

Meeste gehuwde homoparen in Amsterdam
In totaal hebben 17 op de 1.000 mensen die getrouwd zijn vanaf 2001 een relatie met iemand van hetzelfde geslacht. Dit aandeel is groter in stedelijke gebieden. In Amsterdam is het aandeel homohuwelijken met 45 per 1.000 gehuwden het hoogst, gevolgd door Nijmegen (35 per 1.000) en Arnhem (28 per 1.000). Ook in enkele omliggende gemeenten in deze regio’s wonen naar verhouding veel paren van gelijk geslacht. Dat aandeel is kleiner in minder stedelijke gemeenten, vooral in de Biblebelt. In Urk en Woudenberg is dit aandeel het laagst. Daar zijn minder dan 1 per 1.000 gehuwden met iemand van hetzelfde geslacht getrouwd.